Veel kinderen in Nederland leren Nederlands als tweede taal (NT2). De laatste jaren is met name het aantal nieuwkomers toegenomen en de NT2 ontwikkeling van deze groep leerlingen roept vragen op bij ambulant begeleiders, logopedisten en andere professionals. Kinderen zijn doorgaans snel in het oppikken van taal, maar wat als de ontwikkeling van NT2 kinderen te traag lijkt te verlopen? Wat kan een professional doen? En wanneer is er reden om kinderen door te verwijzen voor multidisciplinair diagnostisch onderzoek, bijvoorbeeld bij een audiologisch centrum, om te bepalen of er meer aan de hand is dan een ‘blootstellingstaalachterstand’ bij een kind dat Nederlands als tweede taal aan het leren is?
Om deze vragen te beantwoorden is het van belang om te weten hoe tweede taalleren (T2) bij kinderen verloopt. Is er veel variatie? En welke factoren zijn verantwoordelijk voor deze variatie? In hoeverre zijn bij NT2