Samenvatting

Personen met afasie (PMA) die in een verpleeghuis wonen, komen vaak in een sociaal isolement terecht. In de chronische fase is de logopedist veelal niet meer betrokken. Juist in deze fase beseffen PMA en hun omgeving wat het blijvende effect van de afasie op hun leven is. Er kunnen daardoor nieuwe hulpvragen ontstaan waarbij de logopedist een belangrijke coachende rol kan vervullen. In dit artikel wordt een activiteiten- en sociale participatiegerichte afasiebehandeling beschreven waarbij de logopedist ondersteund wordt door twee co-therapeuten uit de directe omgeving van de PMA. Er worden methodes gehanteerd waarbij alle componenten van de ICF aan bod komen. De methodiek ‘SMARTER doelbepaling’ staat hierbij centraal. Het acroniem SMARTER (shared, monitored, accessible, relevant, transparant, evolving & relationship-centred) beschrijft het proces van doelen opstellen. Door een toegenomen zelfverzekerdheid en een betere omgang met haar afasie, verbeterde het algehele welbevinden van de PMA in deze gevalsbeschrijving. De resultaten impliceren dat de SMARTER opgestelde doelen door middel van deze holistische behandelaanpak behaald kunnen worden en dat deze methodiek betekenisvol is.


1110 Weergaven
138 Downloads
Log in
Anno 2017 is het wenselijk dat een persoon met afasie (PMA) daar waar mogelijk een actieve rol heeft bij het bepalen van zijn behandelinhoud. Cliënten willen betrokken worden, maar spelen in de klinische praktijk vaak nog een passieve rol (Rosewilliam, Roskell, & Pandyan, 2011). Een PMA is door de communicatieve en/of cognitieve beperkingen niet altijd in staat om mee te denken over therapiedoelen, ook al zou diegene dat wel willen. Om de samenwerking tussen de PMA, diens sociale netwerk, het zorgteam en de logopedist te bevorderen kan bij een activiteiten- en sociale participatiegerichte behandeling gebruik gemaakt worden van ‘SMARTER doelbepaling’: Het acroniem SMARTER (shared, monitored, accessible, relevant, transparant, evolving & relationship- centred) beschrijft het proces van doelen opstellen (Hersch, Worral, Howe, Sherrat, & Davidson, 2012).

Volgens het onderzoek van Hersh et al. (2012) voelen PMA en hun familie zich vaak buitengesloten bij het proces om doelen te bepalen en is het voor hen vaak onvoldoende duidelijk welke doelen er binnen de therapie nagestreefd worden. De methode van doelen stellen middels SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, relevant en tijdsgebonden) zorgt ervoor dat PMA en hun familie niet snel betrokken worden bij het proces van doelen stellen. Hersh et al. (2012) suggereren dat de SMARTER concepten moeten worden benadrukt als een manier om de samenwerking met de PMA en diens sociale omgeving te bevorderen bij het opstellen van begeleidingsdoelen. Dit zonder het verlies van de voordelen van de concepten van SMART doelen (Hersch et al., 2012). SMART en SMARTER zijn complementair (zie figuur 1). Het acroniem SMART beschrijft de aard van de therapiedoelstelling terwijl het acroniem SMARTER het proces van het bepalen van doelstellingen beschrijft. Deze laatste werkwijze benadrukt het belang en de mogelijkheden van een proces waarin samen

Literatuurlijst

  1. Berns, P. E. G., Jünger, N., Boxum, E., Nouwens, F., van der Staaij, M. G., van Wessel, S., … van Lonkhuijzen, J. G. (2015). Logopedische richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen’. Woerden: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie.
  2. Cott, C. A. (2004). Client-centred rehabilitation: Client perspectives. Disability and Rehabilitation, 26(24), 1411–1422.
  3. Dalemans, R. J. P. (2009a). Community Integration Questionnaire, aangepast en -vereenvoudigd voor mensen met afasie.
  4. Dalemans, R. J. P. (2009b). Life Satisfaction Questionnaire, Nederlandse versie aangepast en vereenvoudigd voor mensen met afasie.
  5. Dalemans, R.J.P. (2009c). Persoonlijke- en omgevingsfactorenvragenlijst, aangepast en vereenvoudigd voor mensen met afasie.
  6. de Haan-Neven, V., Dalemans, R., & Van Rumst, M. (2014) Weer dirigent zijn van mijn eigen levenslied. Coaching van een persoon met chronische afasie in zijn sociale participatie: een gevalsbespreking Logopedie, 27 (maart, april), 35-48.
  7. de Haan-Neven, V., Dalemans, R., & van Rumst, M. (2015). Sociale participatie training bij afasie, een praktijkvoorbeeld. Nederlands tijdschrift voor Logopedie, 87(6), 24-31
  8. Gordon, C., Ellis-Hill C., & Ashburn A. (2009). The use of conversational analysis: nurse–patient interaction in communication disability after stroke. Journal of Advanced Nursing, 65(3), 544–553.
  9. Graetz, P., De Bleser, K., & Willmes, K. (1992). Akense Afasietest. Lisse: Swets & Zeitlinger.
  10. Haterd, J., & Zwikker, N. (2009). Profiel eerst verantwoordelijke verzorgende. Sociaal Overleg Verpleeg- Verzorgingshuizen en Thuiszorg [Profiel eerst verantwoordelijke verzorgende].
  11. Hawthorne, G. (2006). Measuring social isolation in older adults: Development and initial social validation of the Friendship Scale. Social Indicators Research, 77, 521-548
  12. Hersh, D., Worral, L., Howe, T., Sherratt, S., & Davidson, B. (2012). Smarter goal setting in aphasia rehabilitation. Aphasiology, 26, 220–233.
  13. Holliday, R. C., Antoun, M., & Playford, E. D. (2005). A survey of goal-setting methods used in rehabilitation. Neurorehabilitation and Neural Repair, 19, 227–231.
  14. Kagan, A., Black, S. E., Duchan, J. F., Simmons-Mackie, N., & Square, P. (2001). Training Volunteers as Conversation Partners Using Supported Conversation for Adults With Aphasia (SCA) A Controlled Trial. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 44(3), 624-638.
    Leven met afasie, geraadpleegd op 10 december 2015, op: http://www.levenmetafasie.be.
  15. Paemeleire., F., Desmet, L., Savonnet, A., & Van Beneden, G. (2011). Dysamix werkboek dysartie voor volwassenen– deel 1 p.50. Destelbergen SIG ©
  16. Paemeleire, F., Desmet, L., Savonet, A., & Van Beneden, G. (2011). Coaching bij volwassenen met dysartrie: Concrete methodieken uit Dysamix. Signaal, 76, 16-40
  17. Plant , S., Tyson, S., Kirk, S.,& Parson, J. (2016). What are the barriers and facilitators to goal-setting during rehabilitation for stroke and other acquired brain injuries? A systematic review and meta-synthesis. Clinical Rehabilitation, Vol. 30(9), 921–930.
  18. Rosewilliam, S., Roskell, C. A., & Pandyan, A. D. (2011). A systematic review and synthesis of the Quantitative and qualitative evidence behind patient-centred goal setting in stroke rehabilitation. Clinical Rehabilitation, 25(6), 501–514.
  19. Sociale Netwerkanalyse (2012)., vertaald en aangepast door de Haan, V. gebaseerd op inhoud van Blackstone,S. (2003).
  20. Van der Meulen, I., van Gelder-Houthuizen, J., Wiegers, J., Wielaert, S., & van de Sandt- Koenderman, M. (2008). Scenariotest. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
  21. Van de Velde, L., Wilms, D. (2013). Lekker lezen; Een onderzoek naar het aanpassen van romans teneinde het leesplezier van mensen met afasie te vergroten. Zuyd Hogeschool, Opleiding Logopedie; http://zuyd.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:49270/DS1
  22. Visch-Brink, E., van de Sandt-Koenderman, M., & El Hachioui, H. (2010). Screeling. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
  23. Visch-Brink, E., Vandenborre, D., de Smet, H.J., & Mariën, P. (2014). Comprehensive Aphasia Test Nederlandse bewerking (CAT-NL). Amsterdam: Pearson.
  24. Vrancken P.H. (2008). Zorgwijzer Partners, gids voor partners en naasten van mensen met
    niet aangeboren hersenletsel. Den Haag: Hersenstichting Nederland
  25. Wielaert, S., & Wilkinson, R. (2012). Partners van Afasiepatiënten Conversatietraining (PACT). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.