Samenvatting

In de logopedische praktijk bestaan twijfels over de huidige normen van de Peabody Picture Vocabulary-III-NL (PPVT-III-NL). Van psychologische testen is bekend dat er in de loop van de tijd steeds hogere scores worden behaald, maar het is niet bekend of dit verschijnsel ook van toepassing is op taaltesten. Bij een woordenschattest als de PPVTIII- NL is het ook mogelijk dat de woorden en plaatjes verouderen.

Om te verkennen of de normen van de PPVT-III-NL nog voldoen, is een groep gezonde volwassenen tussen de 21 en de 35 jaar, met een afgeronde hbo-opleiding, onderzocht. De behaalde scores zijn vergeleken met de normen uit 2004 uit de handleiding van de PPVT-III-NL. Daarnaast is voor elk item bekeken hoe vaak er correct is gescoord, en is de interne betrouwbaarheid van de items en sets beoordeeld.

De jongvolwassenen in deze studie hadden een gemiddeld WBQ van 99,3. Dit is significant verschillend van de gemiddelde waarde van 109,4, die de handleiding van de PPVT-III-NL aangeeft voor hbo-opgeleiden. Daarnaast hebben zeven testitems een lager percentage ‘correct gescoord’ dan het percentage dat in de handleiding wordt gegeven. De interne consistentie van de gebruikte testitems en sets heeft lage waardes, die wijzen op een onvoldoende interne betrouwbaarheid.

De huidige normering van de PPVT-III-NL lijkt niet meer te voldoen voor gezonde personen in de leeftijdsgroep 21 tot 35 jaar met een hbo- diploma. Op basis van de resultaten kunnen de onderzoekers geen uitspraken doen over andere leeftijdsgroepen en opleidingsniveau’s, maar het lijkt raadzaam om de normen met voorzichtigheid te interpreteren.


2253 Weergaven
32 Downloads
Log in
Er zijn verschillende testen in de Nederlandse logopediepraktijk die gebruikt worden om het taalniveau vast te stellen. Een van deze testen is de Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL (PPVT-III-NL, Schlichting, 2005). Deze test heeft een voldoende beoordeling gekregen van de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN, Egberink, De Leng & Vermeulen, 2006), die testen in Nederland beoordeelt op kwaliteit, en kan daarom volgens de Nederlandse ‘Richtlijn Logopedie bij taalontwikkelingsstoornissen’ (TOS) gebruikt worden bij de diagnosestelling (NVLF, 2017).

De PPVT-III-NL is vertaald vanuit de Amerikaanse versie (Dunn & Dunn, 1998) en genormeerd voor Nederlandse kinderen en volwassenen in 2004 (Schlichting, 2005). De test bestaat uit 204 bladen met vier zwart-wit plaatjes. Er zijn instapsets voor verschillende leeftijdsgroepen, die bepalen bij welk item begonnen moet worden. Tijdens de testafname wordt telkens een blad met vier afbeeldingen getoond aan de cliënt. De logopedist noemt een doelwoord, waarna de cliënt de juiste afbeelding moet aanwijzen. De items worden moeilijker naarmate de test vordert. De test wordt afgebroken wanneer er 9 items of meer foutief worden beantwoord binnen een set van 12 items. De ruwe score van de PPVTIII- NL wordt vergeleken met scores van de leeftijdsafhankelijke normgroep, die een normale verdeling kennen. Hieruit volgt een WBQ-score, een gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15. Middels deze score bepaalt de logopedist of er sprake is van een afwijkend woordbegrip.

De PPVT-III-NL doet een beroep op cognitieve vaardigheden (Ellis & Young, 2014). Het is bekend

Literatuurlijst

  1. Bogue, E. L., De Thorne, L. S. & Schaefer, B. A. (2014). A psychometric analysis of childhood vocabulary tests. Contemporary Issues in Communication Science and Disorders, 41, 55-69.
  2. Boons, T., van Wieringen, A., de Raeve, L., de Peeraer, L. & Wouters, J. (2011). Evaluatie van de taalvaardigheid van ernstig slechthorende en dove kinderen met de CELF-4-NL. Stem-, spraak- en taalpathologie, 7(2), 52-72.
  3. Bruinsma, G. (2018, juni). Child characteristics related to improvement in language performance of preschool children with Developmental Language Disorders. Research centre for healthy and sustainable living [nog niet gepubliceerd] geciteerd op 15 juni 2018
  4. Dunn, L. M. & Dunn, L. M. (1998). Peabody Picture Vocabulary Test, third edition. Journal of Psychoeducational Assessment, 16, 334-338.
  5. Ellis, A. W. & Young, A. W. (2014). Human cognitive neuropsychology. Psychology Press: Hove.
  6. Egberink, I. J. L., De Leng, W. E & Vermeulen, C. S. M. (31 januari 2020). COTAN beoordeling 2006, PPVT-III-NL. Bekeken via www. cotandocumentatie.nl
  7. Evers, A. V. A. M., Sijtsma, K., Lucassen, W. & Meijer, R. (2010). Het COTAN-beoordelingssysteem voor de kwaliteit van tests herzien. De Psycholoog, 45.
  8. Flachs, A., Kling, A., Schiefelbein, E. & Westerink, A. C. (2004). PPVT-III-NL: een onderzoek naar de resultaten van een test voor passieve woordenschat bij vier verschillende doelgroepen. Afstudeerscriptie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
  9. Flynn, J. R. (1991). Searching for justice: the discovery of IQ gains over time. American Psychologist Association, 54(1), 5-20.
  10. Jansen, T., Daalder, S. & Noordegraaf, J. (2004). Taal in verandering. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek.
  11. Mol, E. S. & Bus, A. G. (2011). Lezen loont een leven lang: De rol van vrijetijdslezen in de taal- en leesontwikkeling van kinderen en jongeren. Levende talen tijdschrift, 12(3), 2-15.
  12. NVLF. (2017). Richtlijn logopedie bij taalontwikkelingsstoornissen. NVLF, Woerden.
  13. Pietschnig, J., & Voracek, M. (2015). One century of global IQ gains: A formal meta-analysis of the Flynn effect (1909–2013). Perspectives on Psychological Science, 10(3), 282-306.
  14. Schittekatte, M. (2001). Het hertesten van intelligentie bij kinderen: een literatuurstudie. Significant, gepubliceerd op https:// www.sig-net.be/uploads/artikels_signaal/significant_hertesting_ schittekatte_2000_nr0.pdf.
  15. Schlichting, L. (2005). Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL. Amsterdam, the Netherlands: Hartcourt Assessment BV.
  16. Statistics how to. (2016). Guttman’s lambda-2: Definition, Examples. Geraadpleegd op 20 mei 2018, van http://www.statisticshowto. com/guttmans-lambda-2/.
  17. Stockman I. J. (2000). The new Peabody Picture Vocabulary Test- III. Language, speech and hearing services in schools, 31, 340-353.
  18. Swanborn, M. S. L. & de Globber, K. (1999). Incidental word learning while reading: A Meta-Analysis. Review of Educational Research, 69(3), 261-285.
  19. Van Huizen, T. & Hammer., A. (2017). Een vergelijkend onderzoek naar de Cito Woordenschat en de Peabody. Nederlands tijdschrift voor logopedie, 89, 18-24.
  20. Wennekers, A., Huysmans, F. & de Haan, J. (2018). Lees: Tijd lezen in Nederland. Sociaal en cultureel planbureau, Den Haag.