De PPVT-III-NL is vertaald vanuit de Amerikaanse versie (Dunn & Dunn, 1998) en genormeerd voor Nederlandse kinderen en volwassenen in 2004 (Schlichting, 2005). De test bestaat uit 204 bladen met vier zwart-wit plaatjes. Er zijn instapsets voor verschillende leeftijdsgroepen, die bepalen bij welk item begonnen moet worden. Tijdens de testafname wordt telkens een blad met vier afbeeldingen getoond aan de cliënt. De logopedist noemt een doelwoord, waarna de cliënt de juiste afbeelding moet aanwijzen. De items worden moeilijker naarmate de test vordert. De test wordt afgebroken wanneer er 9 items of meer foutief worden beantwoord binnen een set van 12 items. De ruwe score van de PPVTIII- NL wordt vergeleken met scores van de leeftijdsafhankelijke normgroep, die een normale verdeling kennen. Hieruit volgt een WBQ-score, een gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15. Middels deze score bepaalt de logopedist of er sprake is van een afwijkend woordbegrip.
De PPVT-III-NL doet een beroep op cognitieve vaardigheden (Ellis & Young, 2014). Het is bekend