Samenvatting

In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de taalvaardigheid van zes groepen kleuters: twee meertalige groepen en een groep Nederlandstalige kinderen in het regulier onderwijs en drie vergelijkbare taalgroepen in het cluster 2 onderwijs (speciaal onderwijs voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking). Het onderzoek maakt deel uit van het project ‘De Schlichting Tests bij meertalige kinderen’. Dit project richt zich op de taalontwikkeling in het Nederlands van Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse kinderen van 4;0 tot 7;0 jaar, vergeleken met eentalige Nederlandse kinderen.

Voor kinderen met Nederlands als eerste taal zijn er vaste criteria voor plaatsing op een cluster 2 school. Voor meertalige kinderen zijn die criteria veel minder duidelijk. Om hier meer zicht op te krijgen zijn meertalige kinderen en Nederlandstalige kinderen uit het regulier onderwijs nu vergeleken met kinderen van dezelfde taalgroepen in het cluster 2 onderwijs. De meertalige kinderen werden vergeleken middels de standaardscores gebaseerd op de normeringsgegevens van de Schlichting Test voor Taalbegrip en de vijf tests van de Schlichting Test voor Taalproductie-II. Voor het scoren van de test Pseudowoorden werd in het huidige onderzoek gebruik gemaakt van de score zonder Nederlandse woorden: PsQ2.

In Schlichting (2015/2016) werd aangetoond dat de meertalige reguliergroepen op alle zes tests lager presteerden dan de Nederlandse kinderen uit de normgroep. Met de gewijzigde manier van scoren blekende meertalige kinderen uit het regulier onderwijs op de test Pseudowoorden niet significant te verschillen van de Nederlandstalige kinderen.

Verder bleek dat de meertalige groepen en de Nederlandstalige groep uit het regulier onderwijs significant hoger scoren dan de drie groepen TOS-kinderen, maar bij de meertalige kinderen zijn die verschillen minder groot dan verwacht. Bij Pseudowoorden2 blijken de verschillen tussen kinderen uit het regulier onderwijs en TOS-kinderen het grootst.


1326 Weergaven
74 Downloads
Log in
Het maatschappelijk leven in Nederland richt zich steeds meer op meertalige groepen. Dat geldt onder meer voor de gezondheidszorg en dus ook voor de logopedie. In dit artikel gaan de auteurs in op onderzoeksgegevens van het project ‘De Schlichting Tests bij meertalige kinderen’ (Schlichting, 2015/2016). Dit project betreft een oriënterend onderzoek naar het gebruik van de Schlichting Tests bij meertalige kleuters van 4;0 tot 7;0 jaar.

Een centrale vraag bij het taaldiagnostisch onderzoek van de logopedist en de klinisch linguïst is: hee­ het aangemelde meertalige kind met een taalachterstand een taalontwikkelingsstoornis, of hee­ dit kind een taalachterstand in het Nederlands die ontstaan is door andere oorzaken, zoals te weinig ervaring met het Nederlands? Idealiter wordt de taalvaardigheid van tweetalige kinderen in hun herkomsttaal- of talen én in het Nederlands gemeten omdat een meting in alle door het kind gesproken talen de meest verantwoorde basis is voor de diagnose taalontwikkelingsstoornis (TOS), zie onder meer Julien, 2008; Kohnert, 2010. Om praktische redenen is dit bij veel kinderen niet mogelijk zonder te verwijzen naar een audiologisch centrum, en ook daar is het moeilijk een betrouwbaar taalonderzoek in de verschillende talen van het kind uit te voeren.

Wereldwijd is de taaldiagnostiek van meertalige kinderen een uitdaging en wordt er veel onderzoek gedaan naar wetenschappelijk verantwoorde oplossingen voor de diagnostische problemen bij deze groep. Een van de methodes van onderzoek betre­ het

Literatuurlijst

  1. Boerma, T., Chiat, S., Leseman, P., Timmermeister, M., Wijnen, F., & Blom, E. (2015). A Quasi-Universal Nonword Repetition Task as a Diagnostic Tool for Bilingual Children Learning Dutch as a Second Language. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 58(6), 1747-1760.
  2. Driessen, G., Slik, F. van der, & Bot, K. de (2002). Home language and language proficiency: a large-scale longitudinal study in Dutch primary schools. Journal of Multilingual and Multicultural Development, 23, (3).
  3. Gillam, R. B., Peña, E. D., Bedore, L. M., Bohman, T. M., & Mendez- Perez, A. (2013). Identification of specific language impairment in bilingual children: I. Assessment in English. Journal of Speech, Language, and Hearing Research,56(6), 1813-1823.
  4. Ginkel, A. van, Hoog, J. op ‘t, Stoker, C., & Voogd, M. de (2009). Schlichting Test voor Taalbegrip & Schlichting Test voor Taalproductie. Gegevens ten behoeve van het validiteitsonderzoek. Utrecht: Opleiding Logopedie, Hogeschool Utrecht (afstudeerproject).
  5. Hogewoning, H. & Jansen, M. 2013. Onderzoek naar SLI bij Turkse kinderen op Cluster 2 onderwijs. Rotterdam: Niet-gepubliceerd verslag. Opleiding Logopedie Hogeschool Rotterdam.
  6. Julien, M. (2008). Taalstoornissen bij meertalige kinderen: Diagnose en behandeling. Amsterdam: Harcourt.
  7. Kohnert, K. (2010). Bilingual children with primary language impairment: Issues, evidence and implications for clinical actions. Journal of Communication Disorders, 43(6), 456-473.
  8. Maathuis, L. 2014. Tweetaligheid en SLI. Een vergelijking tussen Marokkaanse kinderen met SLI en zonder SLI op de taalprocestaken van de Schlichting Test voor Taalproductie-II. Zwolle: Opleiding Logopedie Hogeschool Windesheim (afstudeerproject).
  9. Scheele, A. F. (2010). Home language and mono-and bilingual children’s emergent academic language: A longitudinal study of Dutch, Moroccan-Dutch, and Turkish-Dutch 3-to 6-year-old children (Doctoral dissertation, Utrecht University).
  10. Schlichting, L. & Lutje Spelberg, H.C. (2012a). Schlichting Test voor Taalbegrip voor Nederland en Vlaanderen. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
  11. Schlichting, L. & Lutje Spelberg, H.C. (2012b). Schlichting Test voor Taalproductie-II voor Nederland en Vlaanderen. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
  12. Schlichting, L. & Lutje Spelberg, H.C. (2012c). Aanvullende informatie voor gebruikers van de Schlichting Test voor Taalproductie- II, 1e druk. Houten: Bohn, Stafl eu, Van Loghum.
  13. Schlichting, L. (2015/2016). De taalvaardigheid in het Nederlands van kleuters van Turkse en Marokkaanse herkomst. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 2015, 6, 239-250/Nederlands tijdschrift voor Logopedie, 1-2, 20-27/www.LiesbethSchlichting.nl
  14. Schlichting, L. De invloed van de thuistaal bij Marokkaanse en Turkse kleuters (in voorbereiding).
  15. Siméa Brochure (2014). Indicatiecriteria auditief en/of communicatief beperkte leerlingen. Internet.
  16. Siméa Handreiking meertaligheid TOS, februari 2016, kenmerk: 16289. Internet.
  17. Vanbuel, M., Boderé, A., Torfs, K., & Jaspaert, K. (2016). Vocabulary acquisition in Moroccan-and Turkish-heritage children: A comparative study. International Journal of Bilingualism, – 1367006916648412
  18. Verhoeven, L., Steenge, J., & van Balkom, H. (2011). Verb morphology as clinical marker of specific language impairment: Evidence from first and second language learners. Research in Developmental Disabilities, 32(3), 1186-1193.