Omdat de taalproblemen vaak blijvend zijn is adequate begeleiding niet alleen noodzakelijk voor jonge kinderen, maar ook voor kinderen in de hoogste klassen van het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van taalontwikkelingsstoornissen heeft zich tot nu toe vooral gericht op jonge kinderen. Er is weinig onderzoek gedaan naar de inhoud en vorm van logopedische behandeling bij oudere kinderen met S-TOS. Slofstra-Bremer constateert in 1987 al dat literatuur over diagnostiek en behandeling bij S-TOS het meest gericht is op kinderen tussen 2 en 5 jaar. Daarin is de afgelopen jaren weinig veranderd. Van Groningen (2010) schrijft dat er een tekort aan kennis is over Nederlandstalige kinderen van 8 jaar en ouder met S-TOS. Voor het Engelse taalgebied is meer literatuur beschikbaar, hoewel er nauwelijks effectstudies zijn waaraan kinderen deelnemen die ouder zijn dan 6 jaar (Cirrin & Gillam, 2008). Logopedisten die oudere kinderen met S-TOS behandelen moeten hun begeleiding dus vormgeven met beperkte aanwijzingen en onderbouwing vanuit literatuur. Het is onduidelijk hoe
Logopedie bij oudere kinderen |
|
Inhoud en vorm van de behandeling van kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis in de leeftijd van 8 tot 12 jaar |
|
10 juli 2015 | |
Ellen Gerrits, Esther van Niel, Felicia Allard, Gerda Bruinsma, Lieke Kant, Sanne Donker, Yasmijn Moonen |
Samenvatting
Dit artikel geeft een overzicht van de inhoud van de logopedische behandeling van kinderen van 8 tot en met 12 jaar met een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS). Doelen, therapievorm en methoden worden beschreven op basis van een literatuurstudie en een enquête bij 201 logopedisten in de vrije vestiging en het cluster 2-onderwijs. De bevindingen uit de literatuur en uit de praktijk worden met elkaar vergeleken.
In het literatuuronderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat logopedische behandeling effectief zou kunnen zijn bij oudere kinderen met S-TOS. De taal-problemen die het kind het meest belemmeren in de communicatie zouden de meeste aandacht moeten krijgen. Het is niet duidelijk of dit in de praktijk -gebeurt. Logopedisten stellen vooral doelen voor ‘verhaalopbouw’, ‘syntaxis’ en ‘actieve woordenschat’. In de literatuur wordt aangeraden directe en indirecte therapie te combineren. De enquête laat echter zien dat logopedisten voornamelijk gebruik maken van directe therapie bij oudere kinderen met S-TOS.
Voor de behandeling van S-TOS maken veel logopedisten gebruik van ‘Transparant Plus’ en ‘Denkstimulerende Gespreksmethodiek (DGM)’. ‘Logo-art’ wordt veel gebruikt bij de behandeling van spraakstoornissen. Logopedisten constateren dat er een gebrek is aan behandelmethoden voor oudere leerlingen. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van methoden die voor jongere kinderen ontwikkeld zijn.