Samenvatting

Dit artikel geeft een overzicht van de inhoud van de logopedische behandeling van kinderen van 8 tot en met 12 jaar met een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS). Doelen, therapievorm en methoden worden beschreven op basis van een literatuurstudie en een enquête bij 201 logopedisten in de vrije vestiging en het cluster 2-onderwijs. De bevindingen uit de literatuur en uit de praktijk worden met elkaar vergeleken.

In het literatuuronderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat logopedische behandeling effectief zou kunnen zijn bij oudere kinderen met S-TOS. De taal-problemen die het kind het meest belemmeren in de communicatie zouden de meeste aandacht moeten krijgen. Het is niet duidelijk of dit in de praktijk -gebeurt. Logopedisten stellen vooral doelen voor ‘verhaalopbouw’, ‘syntaxis’ en ‘actieve woordenschat’. In de literatuur wordt aangeraden directe en indirecte therapie te combineren. De enquête laat echter zien dat logopedisten voornamelijk gebruik maken van directe therapie bij oudere kinderen met S-TOS.

Voor de behandeling van S-TOS maken veel logopedisten gebruik van ‘Transparant Plus’ en ‘Denkstimulerende Gespreksmethodiek (DGM)’. ‘Logo-art’ wordt veel gebruikt bij de behandeling van spraakstoornissen. Logopedisten constateren dat er een gebrek is aan behandelmethoden voor oudere leerlingen. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van methoden die voor jongere kinderen ontwikkeld zijn.


1762 Weergaven
193 Downloads
Log in
Een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS) is een neurologische ontwikkelingsstoornis van genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door een taalontwikkeling die beduidend achterblijft bij die van leeftijdsgenoten. Een S-TOS is op zichzelf staand; er is geen duidelijk aanwijsbare oorzaak (Gerrits & Van Niel, 2012). Hoewel de taalproblemen met het opgroeien minder opvallend worden, blijven ze vaak aanwezig tot in de volwassenheid. Een S-TOS heeft grote negatieve consequenties voor het totale functioneren van kinderen en volwassenen. Zij hebben vaak moeite met het volgen van onderwijs en stromen uit op lagere niveaus dan op grond van hun intelligentie verwacht mag worden. Zowel kinderen als volwassenen met S-TOS hebben minder maatschappelijk succes: zij hebben minder vrienden, zijn als volwassene vaker gescheiden en langduriger werkeloos (Clegg, Hollis, Mawhood & Rutter, 2005).

Omdat de taalproblemen vaak blijvend zijn is adequate begeleiding niet alleen noodzakelijk voor jonge kinderen, maar ook voor kinderen in de hoogste klassen van het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van taalontwikkelingsstoornissen heeft zich tot nu toe vooral gericht op jonge kinderen. Er is weinig onderzoek gedaan naar de inhoud en vorm van logopedische behandeling bij oudere kinderen met S-TOS. Slofstra-Bremer constateert in 1987 al dat literatuur over diagnostiek en behandeling bij S-TOS het meest gericht is op kinderen tussen 2 en 5 jaar. Daarin is de afgelopen jaren weinig veranderd. Van Groningen (2010) schrijft dat er een tekort aan kennis is over Nederlandstalige kinderen van 8 jaar en ouder met S-TOS. Voor het Engelse taalgebied is meer literatuur beschikbaar, hoewel er nauwelijks effectstudies zijn waaraan kinderen deelnemen die ouder zijn dan 6 jaar (Cirrin & Gillam, 2008). Logopedisten die oudere kinderen met S-TOS behandelen moeten hun begeleiding dus vormgeven met beperkte aanwijzingen en onderbouwing vanuit literatuur. Het is onduidelijk hoe

Literatuurlijst

  1. Allen, J. & Marshall, C.R. (2011). Parent-child interaction therapy (PCIT) in school-aged children with specific language impairment. International Journal of Language & Communication Disorders (46) 4, 397-410. doi: 10.3109/13682822.2010.517600
  2. Apeldoorn, F., Vinke, l. & Vonhof, J. (2011). Behandeling van spraak- en taalstoornissen bij kinderen met een cluster 2 indicatie. Beschrijving van frequentie, duur en inhoud. Afstudeerproject logopedie, Hogeschool Utrecht, Utrecht
  3. Boerman, R. & Bruins, M. (2000). Leerkracht en logopedist: samen in school. Logopedie en Foniatrie, 10, 208-213.
  4. Boyle, J., McCartney, E., O’Hare, A. & Forbes J. (2009). Direct versus indirect and individual versus group modes of language therapy for children with primary language impairment: principal outcomes from a randomized controlled trial and economic evaluation. International Journal of Language & Communication Disorders, 44, 826-846. doi: 10.3109/13682820802371848
  5. Broomfield, J. & Dodd, B. (2011). Is speech and language therapy effective for children with primary speech and language impairment? Report of a randomized control trial. International Journal of Language & Communication Disorders, 46, 628-640. doi: 10.1111/j.1460-6984.2011.00039.x
  6. Cirrin, F.M., & Gillam, R.B. (2008). Language intervention practices for school-age children with spoken language disorders: A systematic review. Language, Speech, and Hearing Services in Schools, 39 (1), S110-S137.
  7. Clegg, J. , Hollis, C., Mawhood, L. & Rutter, M. (2005). Developmental language disorders, a follow-up in later adult life. Cognitive, language and psychosocial outcomes. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 46 , 128-149.
  8. Dungen van den, L. & Verboog, M. (1991). Kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  9. Gerrits, E. & Van Niel, E, (2012). Taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis? Dysfasie, ESM, SLI of taalstoornis? Logopedie, 11 , 6-11
  10. Golstein, C., Heeg, J. & Kuiper, C. (2006). Coachen in het ZMLK-onderwijs: Een nieuwe uitdaging? Logopedie en Foniatrie, 6 , 192-198.
  11. Goorhuis, S.M. & Schaerlaekens, A. (2000). Handboek taalontwikkeling, taalpathologie en taaltherapie-bij Nederlandssprekende kinderen. Utrecht: De Tijdstroom Uitgeverij.
  12. Groningen van, R. (2010). Complexity and correctness in older children with SLI: related or not? Master Thesis General Linguistics, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam.
  13. Lewis, B.A., Freebairn, L.A., Taylor, H.G. (2000). Follow-Up of Children with Early Expressive Phonology Disorders. Journal of Learning Disabilities, 33, 433-444. doi: 10.1177/002221940003300504
  14. McCartney, E., Boyle, J., Bannatyne, S., Jessiman, E., Campbell, C., Kelsey, C., & … O’Hare, A. (2004). Becoming a manual occupation? The construction of a therapy manual for use with language impaired children in mainstream primary schools. International Journal Of Language & Communication Disorders, 39 (1), 135-148.
  15. Nulft, D. van den & Verhallen, M. (2009). Met woorden in de weer. Bussum: Coutinho
  16. Paul, R. & Norbury, C.F. (2012). Language Disorders from Infancy through Adolescence: Listening, Speaking, Reading, Writing, and Communicating. St. Louis, Missouri (USA): Elsevier.
  17. Schaerlaekens, A.M. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groningen: Noordhof Uitgevers
  18. Slofstra-Bremer, C.F. (1987). Taaltherapie bij oudere kinderen. Logopedie en Foniatrie, 59, 214-217.
  19. Stam, C. (2007). Taalgestoorde kinderen in debat. Logopedie en Foniatrie, (4), 128-133.
  20. Zwitserlood, R. (2014) Language growth in Dutch school-age children with specific language impairment. Doctoraal dissertatie Universiteit Utrecht. Utrecht: LOT.