Samenvatting

Laaggeletterdheid is de verzameling van niet-aangeboren of niet-neurologisch bepaalde lees- en schrijfproblemen bij volwassenen. Maar liefst 1 op de 9 Nederlanders tussen 16 en 65 jaar is laaggeletterd. Iemand die laaggeletterd is,heeft moeite met alledaagse handelingen, zoals het lezen van medicijnbijsluiters, formulieren, routebeschrijvingen en veiligheidsinstructies op het werk. Dit kan veel gevolgen hebben. Toch is niet iedereen zich bewust van de hoge prevalentie en de enorme impact van deze problematiek op het dagelijks leven. Het doel van dit artikel is dan ook om vakgenoten inzicht te geven in het bestaan van laaggeletterdheid en hun rol in het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden benadrukken. De auteurs behandelen overeenkomsten en verschillen van laaggeletterdheid met dyslexie en (specifieke) taalstoornissen. De juiste interventies en ondersteuning kunnen problemen met lezen, schrijven en -mondelinge taalvaardigheid bij laaggeletterden verminderen. In dit artikel pleiten de auteurs daarom voor een brede taalondersteuning van dezelaaggeletterde doelgroep. Logopedisten kunnen een cruciale rol spelen in hetherkennen van laaggeletterdheid bij volwassen cliënten en ouders van hun -jongere cliënten. Vervolgens kunnen ze hen doorverwijzen naar een passende interventie. De auteurs geven voorbeelden van enkele screeningstools en methoden om laaggeletterdheid te herkennen en aan te kaarten.


676 Weergaven
11 Downloads
Log in
Karin van 8 jaar krijgt logopedie vanwege lees- en schrijfproblemen. Ze heeft moeite met klank-tekenkoppeling en leest consonant-vocaal-vocaal-consonantwoorden (cvvc, zoals haas ) en consonant-vocaal-consonant-vocaal-woorden -(cvcv, zoals ogen ) spellend. Wanneer de logopedist de voortgang bespreekt met de -ouders, geeft haar vader aan dat hij het goed vindt dat er aandacht aan het lezen en spellen besteed wordt, maar dat zijn verwachtingen niet hoog zijn. Karin’s vader kan namelijk zelf ook niet goed lezen en schrijven. Hij vertelt dat dit wat hem betreft geen probleem is. Hij heeft immers een eigen bedrijf en zijn vrouw doetalle administratie. Hij verwacht dan ook niet dat het lees- en spellingsprobleem van zijn dochter een probleem zal vormen in het dagelijks leven.

De logopedist die dit praktijkvoorbeeld aan ons doorgaf, moest toegeven dat zij er in eerste instantie niet bij had stilgestaan dat de vader niet goed kon lezen of schrijven, ondanks dat in het kind-dossier stond dat lees- en spellingsproblemen voorkwamen in de familie. Het is bekend dat gebrekkige mondelinge taalvaardigheid van de ouder(s) invloed heeft op de mondelinge taalontwikkeling van hun kind en daarmee ook de voortgang van logopedische therapie van het kind. Minder bekend is de invloed van schriftelijke taalvaardigheidsproblemen van ouders op kinderen en de rol die logopedie hierin kan spelen. Logopedisten kunnen een belangrijke rol spelen in het signaleren van laaggeletterdheid. Zo zouden zij alert moeten zijn op (tekenen van) laaggeletterdheid bij hun volwassen cliënten of de ouders van de kinderen die zij behandelen. In het geval van laaggeletterde ouders is dit niet alleen van belang voor de anamnese van het kind: het heeft ook invloed op de therapie. Het kind zal immers met de

Literatuurlijst

  • Buisman, M., Allen, J., Fouarge, D., Houtkoop, W., & Velden, R. van der (2013). PIAAC: Kernvaardigheden voor werk en leven. Resultaten van de Nederlandse Survey 2012. ’s-Hertogenbosch/Utrecht: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.
  • Carpentieri, J., Fairfax-Cholmeley, K., Litster, J., & Vorhaus, J. (2011). Family literacy in Europe: using parental support initiatives to enhance early literacy development. London: NRDC, Institute of Education. Downloadable from http://ec.europa.eu/education/news/news3000_en.htm
  • Clement, C., & Collins, C. (2013). Taal voor Thuis – ‘language for the home’. RAPAL Journal, Research and Practise in Adult Literacy Network. Volume nr 81. P.23-26.
  • Commissie-Meijerink (2009). Over de drempels met taal en rekenen. Hoofdrapport van de expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Enschede.
  • ECBO & Stichting Lezen & Schrijven (2014). Laaggeletterdheid in kaart. ECBO, ’s Hertogenbosch.
  • Gezondheidsraad (2011). Laaggeletterdheid te lijf. Signalering ethiek en gezondheid. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid.
  • Gottesman, R.L., Bennett, R.E., Nathan, R.G., & Kelly, M.S. (1996). Inner-city adults with severe reading difficulties: A closer look. Journal of Learning Disabilities, 29 (6), 589-597.
  • De Greef, M., Seegers, M. & Verté, D. (2010). Development of the SIT, an instrument to evaluate the transfer effects of adult education programs for social inclusion. Studies in Educational Evaluation, Volume 36, Issues 1–2, 42–61.
  • Hoff, E. (2006). How social contexts support and shape language development. Developmental Review, 26, 55–88.
    Tolk, www.tolkinfo.nl
  • Scheele, A., Leseman, P.P.M., & Mayo, A. (2010). The home language environment of monolingual and bilingual children and their language proficiency. Applied Psycholinguistics, 31 (1), 117-140.
  • Stichting Dyslexie Nederland (2008). Diagnose en behandeling van dyslexie. Herziene versie 2008.
  • Stichting Lezen & Schrijven (2014). Slim samenwerken loont. Resultaten na één jaar Taal voor het Leven in de regio. Den Haag.
  • Tomblin, J.B., Zhang, X., Buckwalter, P., & Catts, H. (2000). The association of reading disability, behavioral disorders, and language impairment among second-grade children. Journal of Child Psychology and Psychiatry and Allied Disciplines. 41 (4):473-482
  • Tullener, E. & De Bree, E. (2014). Narratieve vaardigheden van Nederlands(talig)e laaggeletterde volwassenen. Stem-, Spraak- en Taalpathologie, 19, 120-140.
  • Wentink. H. (2012). Leren lezen en schrijven is een kunst. Voorkomen van laaggeletterdheid bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Hengelo: Lectoraat Functionele geletterdheid in doorlopende leerlijnen / Hogeschool Edith Stein / Expertis Onderwijsadviseurs.
  • Willemse, M., Jurrius, K., & den Hollander, I. (2011). Laaggeletterde jongeren op de agenda. Onderzoek naar screening en aanpak van laaggeletterdheid onder jongeren in een Utrechtse regio. Met aanbevelingen voor Nederlandse gemeenten. Utrecht: Lectoraat Participatie en Maatschappelijke ontwikkeling / Provincie Utrecht / Kenniscentrum Sociale Innovatie Hogeschool Utrecht.