Samenvatting

Wanneer men kijkt naar de huidige cijfers, dan blijkt dat het aantal immigranten in Nederland groeit. Tevens is ook een stijging in het aantal personen met afasie zichtbaar. Deze ontwikkelingen zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk zorgen voor een toename van het aantal meertalige personen met afasie (PMA) met problemen met de Nederlandse taal dat zich bij een logopedist meldt. In gesprekken met deze cliënten wordt regelmatig een informele tolk ingezet. Om in te spelen op deze toename is in het kader van het afstuderen aan de opleiding Logopedie in opdracht van Sophia Revalidatie de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Wat zijn de ervaringen van logopedisten met de inzet van informele tolken tijdens de anamnese met een meertalige PMA met problemen met de Nederlandse taal?

Middels semigestructureerde interviews zijn de ervaringen van logopedisten met de inzet van informele tolken in kaart gebracht. De geïnterviewde logopedisten blijken verschillend te handelen bij de aanmelding van een meertalige PMA. Ook hebben zij verschillende ervaringen met de inzet van informele tolken. Aan de hand hiervan zijn aanbevelingen gedaan om de inzet van informele tolken binnen de logopedische behandeling, en mogelijk ook daarbuiten, te optimaliseren.


665 Weergaven
5 Downloads
Log in
Wanneer een persoon met afasie (PMA) problemen in de communicatie ondervindt, kan hij of zij door een logopedist behandeld worden. De komende jaren zal door de toenemende migratie het aantal meertalige personen met afasie hoogstwaarschijnlijk groeien (CBS, 2015; Meeuwesen, Harmsen & Sbiti, 2011). De communicatie met een eentalige PMA kan vanwege de fatische problemen al lastig zijn, maar de communicatie met een meertalige PMA brengt door een taalbarrière een extra moeilijkheid met zich mee.

Om de communicatie tussen de meertalige PMA en de logopedist mogelijk te maken, kan een tolk worden ingezet. In de literatuur is weinig bekend over de inzet van tolken in de logopedische setting. De bestaande literatuur betreft tolkeninzet in de diagnostische fase van het behandelproces. Roger & Code (2011) beschrijven onder andere dat de inzet van tolken de validiteit van een test vermindert. De inzet van een tolk moet daarom een weloverwogen keuze zijn, aldus Roger & Code (2011).

Echter, de communicatie voorafgaand aan de diagnostiek is eveneens van belang. Voor een goede afstemming tussen de meertalige PMA en de logopedist wordt in de Logopedische richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen’ aanbevolen om tijdens het anamnesegesprek samenwerking met tolken te overwegen (Berns et al., 2015).

Tijdens een anamnesegesprek kan er gekozen worden voor een formele of een informele tolk. Formele tolken hebben een opleiding gevolgd en zijn tolk van beroep (Bot, 2013). Informele tolken zijn mensen die op incidentele basis als tolk

Literatuurlijst

  1. Aranguri, C., Davidson, B. & Ramirez, R. (2006). Patterns of communication through interpreters. A detailded sociolinguistic analysis. Journal of General Internal Medicine, 21, 623-629.
  2. Berns, P.E.G., Jünger, N., Boxum, E., Nouwens, F., Staaij, M.G. van der, Wessel, S. van, Dun, W. van, Lonkhuijzen, J.G. van, & CBO. (2015). Logopedische richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen’. Woerden: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie.
  3. Bezuidenhout, L. & Borry, P. (2008). Examining the role of informal interpretation in medical interviews. Journal Medical Ethics, 35, 159-162.
  4. Bot, H. (2013). Taalbarrières in de zorg. Over tolkenbeleid en tolken met beleid. Assen: Van Gorcum.
  5. Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) (2015). Bevolking; leeftijd, herkomstgroepering, geslacht en regio, 1 januari. Op 27 februari 2016 ontleend aan: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW= T&DM=SLNL&PA=37325&D1=0&D2=a&D3=0&D4=0&D5=2-4,11,38,46,95,96,137,152,178,182,199,220,237&D6=0,4,8,12,16,l&HD=140523-1106&HDR=T,G2,G3,G5&STB=G1,G4.
  6. Divi, C., Koss, R.G., Schmaltz, S.P. & Loeb, J.M. (2007). Language profi ciency and adverse events in US hospitals: a pilot study. International Journal of Quality Health Care, 19(2), 60-67.
  7. Engelter, S. T., Gostynski, M., Papa, S., Frei, M., Born, C., Ajdacic- Gross, V., Gutzwiller, F. & Lyrer, P. A. (2006). Epidemiology of aphasia attributable to fi rst ischemic stroke incidence, severity, fl uency, etiology, and thrombolysis. Stroke, 37(6), 1379-1384.
  8. Fatahi, N., Hellström, M., Skott, C. & Mattsson, B. (2008). General practitioners’ views on consultations with interpreters: a triad situation with complex issues. Scandinavian Journal Primary Health Care. 26(1), 40-45.
  9. Flores, G., Laws, B., Mayo, S., Zuckerman, B., Abreu, M., Medina, L. & Hardt, E.J. (2003). Errors in medical interpretation and their potential clinical consequences in pediatric encounters. Pediatrics, 111(1), 6-14.
  10. Flores, G. (2005). The impact of medical interpreter services on the quality of health care. A systematic review. Medical Care Research and Review, 62, 255-299.
  11. Issac, K. (2002). Speech pathology in cultural & linguistic diversity. London: Whurr Publishers.
  12. Karliner, L., Jacobs, E., Hm Chen, A. & Mutha, S. (2007). Do professional interpreters improve clinical care for patients with limited English profi ciency? A systematic review of literature. Health Research and Educational Trust, 42(2), 727-754.
  13. KNMG, KNOV, LHV, NHG, NIP, NPCF, NVvP & Pharos. (2014). Kwaliteitsnorm tolkgebruik bij anderstaligen in de zorg. Utrecht: Pharos.
  14. Leanza, Y. (2005). Roles of community interpreters in pediatrics as seen by interpreters, physicians and researchers. Interpreting. 7(2), 167-192.
  15. Meeuwesen, L., Harmsen, H. & Sbiti, A. (red.). (2011). Als je niet begrijpt wat ik bedoel – Tolken in de gezondheidszorg. Rotterdam: Mikado.
  16. Meeuwesen, L., Twilt, S., Thije, J.D. ten & Harmsen, H. (2010). Ne diyor? (What does she say?): informal interpreting in general practice. Patient Education Counseling, 81(2), 198-203.
  17. Meyer, B., Paulack, B. & Kliche, O. (2010). Family interpreters in hospitals. Good reasons for bad practice? mediAzioni, 10.
  18. Pöchhacker, F. (2000). Language barriers in Vienna hospitals. Ethnicity and Health, 21 (2), 113-119.
  19. Robb, N. & Greenhalgh, T. (2006). ‘You have to cover up the words of the doctor.’ The mediation of trust in interpreted consultations in primary care. Journal of Health Organization and Management, 20, 434-455.
  20. Roger, P. & Code, C. (2011). Lost in translation? Issues of content validity in interpreter-mediate aphasia assessments. International Journal of Speech and Language Pathology, 13(1), 61-73.
  21. Rosenberg, E., Leanza, Y. & Seller, R. (2007). Doctor-patient communication in primary care with an interpreter: Physician perceptions of professional and family interpreters. Patient Education and Counseling, 67, 286-292.
  22. Rosenberg, E., Leanza, Y. & Seller, R. (2008). Through interpreters’ eyes. Comparing roles of professional and family interpreters. Patient Education and Counseling, 70, 87-93.
  23. Twilt, S. (2007). ‘Hmm… Hoe zal ik dat vertellen?’ De rol van de niet-professionele tolk in arts-patiëntgesprekken. (masterthesis). Utrecht: Universiteit Utrecht.
  24. Verhoef, J., Kuiper, C., Nijenhuis, K., Dekker-Van Doorn, C., & Rosendal, H. (2015). Zorg Basics. Praktijkgericht onderzoek. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.
  25. Wouters, E. & Zaalen, Y. van (2012). Praktijkgericht onderzoek in de paramedische zorg. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  26. Zendedel, R., Schouten, B.C., Weert, J.C.M. van, & Putte, B. van den (2015). Informal interpreting in general practice: Comparing the perspectives of general practitioners, migrant patients and family interpreters. Patient Education and Counseling. http://dx.doi.org/10.1016/j.pec.2015.12.021.