De overgang van reflexmatige naar willekeurige zuigmotoriek speelt een rol bij het ontstaan van het flesweigeren (Van den Engel et al, 2018). Bij pasgeboren baby’s bepalen reflexactiviteit en niet-willekeurige bewegingen de motoriek van het kind. Wanneer een kind meer controle krijgt over deze reflexen, wordt het motorisch gedrag meer doelgericht, wat leidt tot meer doelgerichte exploratie van de omgeving (Krog, 2015). In de ontwikkeling van het drinken, wordt gedurende die eerste maanden een motorisch programma steeds verder gevuld door herhaling van zuigmotoriek (Van den Engel-Hoek, 2018). Door herhaling van sensomotorische ervaringen, wordt het juiste beweegpatroon door het kind geleerd en geautomatiseerd. Bij het afnemen van de zuigreflex kan moeite ontstaan met het automatiseren van de benodigde motoriek voor het drinken uit de fles, als baby’s sensorische informatie krijgen van een flessenspeen waar zij onvoldoende ervaring mee hebben opgedaan. Er ontstaan zoekende bewegingen met de tong en heen
Het succesvol (her)introduceren van de fles bij borstgevoede baby’s |
|
Casusbeschrijving over het gebruik van een stappenplan om ‘flesweigeren’ bij een borstgevoede baby te doorbreken |
|
28 februari 2023 | |
Maaske Treurniet |
Samenvatting
Moeders die hun baby borstvoeding geven, hebben vaak na enkele maanden de wens om dit te gaan afbouwen of combineren met flesvoeding. Soms lukt het echter niet meer om een baby uit de fles te laten drinken. Dit fenomeen wordt ‘flesweigeren’ genoemd. Hierbij speelt de overgang van reflexmatig naar willekeurig zuigen een rol. Dit artikel beschrijft de casus van V., een baby van bijna 3 maanden oud, die na aanvankelijk goed uit de fles te hebben gedronken er niet meer in slaagt om het zuigen te starten aan de fles. De logopedist sluit uit dat het weigeren ontstaat door stress met een fysieke of psychologische oorzaak en adviseert ouders een door de auteur ontwikkelde aanpak, die gebaseerd is op een motorische benadering van het flesweigeren. Ouders gebruiken een aangepaste houding, aangepaste wijze van voeden en voldoende hongergevoel om de zuigreflex bij V. te gebruiken om opnieuw aan de fles te gaan zuigen. Daarna wordt door het herhalen van zuigbewegingen de sensomotorische input en ervaring met drinken uit de fles uitgebreid, waardoor motorische controle ontstaat. Na enkele dagen drinkt V. succesvol uit de fles. In de praktijk van de auteur zijn inmiddels honderden baby’s en ouders geholpen om volgens deze werkwijze succesvol (opnieuw) uit de fles te gaan drinken.