Het optimaliseren van de kwaliteit van leven en het (her)vinden van een sociale rol in het dagelijks leven van de persoon met afasie is het uiteindelijke doel van elke afasiebehandeling (NVAT, 2012). Dit doel past in de veranderde zorgomgeving waarin logopedisten werken en patiënten steeds meer regie (moeten) nemen over hun eigen zorgtraject (Kaljouw, 2015). Centraal staat het functioneren van het individu, waarbij zowel maximaal herstel als het leren omgaan met een chronische beperking onderdeel zijn van de logopedische interventie. Vergelijkbare bewegingen zijn internationaal te zien, zoals de Life-Participation Approach to Aphasia (Chapey et al., 2000) waarin ‘real-life goals’ gesteld worden en waarin de -patiënt een essentiële rol heeft in de klinische besluitvorming.
Deze overwegingen, alsmede meer economisch gedreven overwegingen, hebben groepstherapie steeds populairder gemaakt (Elman, 2007). De aanname is dat therapie in groepsverband, meer dan individuele therapie, een natuurlijke communicatieve omgeving biedt en meer gelegenheid geeft voor het ontwikkelen van pragmatische vaardigheden en het opbouwen van sociale relaties. Elman (2007)