Echter, niet iedere ouder blijkt bij de start van de therapie in staat te zijn om mee te denken over behandeldoelen voor hun kind. Joseph-Williams, Edwards en Elwyn (2014) beschrijven in hun literatuuronderzoek een tweetal belangrijke voorwaarden in het samen opstellen van doelen. Allereerst dienen ouders voldoende kennis te hebben over het onderwerp om voldoende inbreng te kunnen geven. Alleen kennis is echter niet voldoende; ‘knowledge is not power’, zoals Joseph-Williams et al. (pg. 307, 2014) beschrijven. Ouders moeten ook weten dat hun inbreng een waardevolle aanvulling is op de vakinhoudelijke expertise van de logopedist. Een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie tussen logopedist en ouder is dus van belang. Deze ontstaat niet vanzelf. Het inzetten van keuzetools kan hier een mogelijke oplossing bieden, aangezien deze een positieve invloed hebben op de therapeut-cliënt communicatie (Stacey et al., 2017). Keuzetools zijn interventies of instrumenten die ontwikkeld zijn voor het ondersteunen van de cliënt/patiënt en zorgverlener in het maken van beslissingen. Een voorbeeld van zo’n
Engage |
|
De positieve invloed van het opstellen van behandeldoelen met ouders |
|
6 september 2019 | |
Inge Klatte, Marijke Luijten, Ingrid Singer, Ellen Gerrits |
Samenvatting
Het betrekken van het gezin en ouders in de logopedische behandeling wordt steeds belangrijker gevonden. Een vorm van betrokkenheid is het gezamenlijk opstellen van doelen voor de logopedische behandeling. Dit gaat niet altijd vanzelf; een logopedist kan sturend zijn en/of een ouder afwachtend omdat niet duidelijk is welke rol/inbreng wordt verwacht. Keuzetools, zoals de tool ENGAGE, hebben als doel de logopedist en ouders van kinderen met TOS te ondersteunen in het gezamenlijk opstellen van doelen. In evaluatiegesprekken met logopedisten die ENGAGE hebben gebruikt werd een positief effect op de samenwerking met ouders genoemd. In deze studie is via interviews met logopedisten nagegaan wat de verandering in de samenwerking inhield, en hoe en wanneer deze verandering plaatsvond. Uit de analyse van de interviews komen verschillende contextfactoren, mechanismen en uitkomsten naar voren die door logopedisten gelinkt worden aan ouderbetrokkenheid. Er lijken drie effecten te zijn die bijdragen aan de ervaren positieve samenwerking: 1) een open en luisterende houding van de logopedist en hierdoor een grotere inbreng van ouders in het gesprek, 2) meer uitwisseling en kennis en hierdoor meer wederzijds begrip tussen logopedist en ouders en passende en relevante doelstellingen en 3) het proces van gezamenlijk opstellen van doelen en hierdoor meer ervaren ouderbetrokkenheid.