Bij de taaldiagnostiek van een meertalig kind met een taalachterstand is het centrale probleem: heeft dit kind een taalstoornis of wordt de taalachterstand veroorzaakt door andere factoren, meestal door een te geringe blootstelling aan het Nederlands? De diagnostiek van een taalstoornis bij het meertalige kind behoort gebaseerd te zijn op een inschatting van de ontwikkeling in de herkomsttaal én in het Nederlands. Die wijze van diagnostiek op basis van testafnames in de herkomsttaal is moeilijk realiseerbaar wegens gebrek aan diagnostici en gebrek aan genormeerde tests in de herkomsttalen. Het toetsen van de taalvaardigheid in het Nederlands bij meertalige kinderen is in de regel mogelijk vanaf drie/vier jaar. Idealiter zouden we voor herkomsttaal én Nederlands tests gebruiken die specifiek voor een bepaalde herkomsttaal ontworpen zijn en in Nederland genormeerd zijn bij een populatie van die taal. Het tot stand brengen van dergelijke tests is onderzoeksmatig en budgettair problematisch. Er is één Nederlandse taaltest die normen geeft voor twee groepen allochtonen:
De taalvaardigheid in het Nederlands van kleuters van Turkse en Marokkaanse herkomst |
|
5 februari 2016 | |
Liesbeth Schlichting |
Samenvatting
In dit artikel wordt de Nederlandse taalvaardigheid van een groep Turks-Nederlandse kinderen (n=257) en een groep Marokkaans-Nederlandse kinderen (n=294) van 4;0 – 7;0 jaar vergeleken met de Nederlandse normgroep en met elkaar. De meetinstrumenten waren de Schlichting Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie-II . De twee groepen scoorden op alle tests significant lager dan de Nederlandse kinderen. Binnen de Marokkaanse groep werden tussen de kinderen met Berber-Tarifit en met Marokkaans-Arabisch als herkomsttaal geen verschillen gevonden. De scores op de zuivere taalvaardigheidstests van de Marokkaans-Nederlandse groep van 4;0 – 7;0 jaar waren significant hoger dan bij de Turks-Nederlandse groep, maar de zesjarige Turks-Nederlandse kinderen scoorden gelijk met de zesjarige Marokkaans-Nederlandse kinderen. Opvallend waren de relatief hoge gemiddelde scores op de twee geheugentests die vlak onder de Nederlandse gemiddelden lagen, terwijl ook de scores op de narratieve test binnen het normale bereik van Nederlandse kinderen van 85-115 vielen.