Samenvatting

In dit artikel wordt de Nederlandse taalvaardigheid van een groep Turks-Nederlandse kinderen (n=257) en een groep Marokkaans-Nederlandse kinderen (n=294) van 4;0 – 7;0 jaar vergeleken met de Nederlandse normgroep en met elkaar. De meetinstrumenten waren de Schlichting Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie-II . De twee groepen scoorden op alle tests significant lager dan de Nederlandse kinderen. Binnen de Marokkaanse groep werden tussen de kinderen met Berber-Tarifit en met Marokkaans-Arabisch als herkomsttaal geen verschillen gevonden. De scores op de zuivere taalvaardigheidstests van de Marokkaans-Nederlandse groep van 4;0 – 7;0 jaar waren significant hoger dan bij de Turks-Nederlandse groep, maar de zesjarige Turks-Nederlandse kinderen scoorden gelijk met de zesjarige Marokkaans-Nederlandse kinderen. Opvallend waren de relatief hoge gemiddelde scores op de twee geheugentests die vlak onder de Nederlandse gemiddelden lagen, terwijl ook de scores op de narratieve test binnen het normale bereik van Nederlandse kinderen van 85-115 vielen.


1521 Weergaven
56 Downloads
Log in
De bevolking van Nederland bestaat voor een groeiend deel uit personen van etnische minderheidsgroepen. Blom (2009) noemde een percentage van 20% kinderen in Nederland waarvan een van de ouders niet-Nederlands is. De kinderen uit deze groepen zijn grotendeels meertalig en maken vanaf vier jaar deel uit van de Nederlandse schoolbevolking. Een van de mogelijke problemen die kinderen kunnen belemmeren in hun schoolloopbaan is een taal(ontwikkelings)stoornis. Het belangrijkste kenmerk van een taalstoornis is een tragere taalontwikkeling bij een verder schijnbaar normale ontwikkeling, met risico’s op leesproblemen, sociale problemen en een minder goed verloop van de schoolloopbaan (Bishop, 2010, vert. L.S). Taalstoornissen komen voor bij eentalige en meertalige kinderen en de prevalentie wordt door Bishop geschat op 7,4%. De stoornis openbaart zich bij meertalige kinderen in het Nederlands, én in de thuistaal/moedertaal/eerste taal van het kind, hier de herkomsttaal genoemd.

Bij de taaldiagnostiek van een meertalig kind met een taalachterstand is het centrale probleem: heeft dit kind een taalstoornis of wordt de taalachterstand veroorzaakt door andere factoren, meestal door een te geringe blootstelling aan het Nederlands? De diagnostiek van een taalstoornis bij het meertalige kind behoort gebaseerd te zijn op een inschatting van de ontwikkeling in de herkomsttaal én in het Nederlands. Die wijze van diagnostiek op basis van testafnames in de herkomsttaal is moeilijk realiseerbaar wegens gebrek aan diagnostici en gebrek aan genormeerde tests in de herkomsttalen. Het toetsen van de taalvaardigheid in het Nederlands bij meertalige kinderen is in de regel mogelijk vanaf drie/vier jaar. Idealiter zouden we voor herkomsttaal én Nederlands tests gebruiken die specifiek voor een bepaalde herkomsttaal ontworpen zijn en in Nederland genormeerd zijn bij een populatie van die taal. Het tot stand brengen van dergelijke tests is onderzoeksmatig en budgettair problematisch. Er is één Nederlandse taaltest die normen geeft voor twee groepen allochtonen:

Literatuurlijst

  1. Literatuurlijstishop, D.V.M. (2010). Which Neurodevelopmental Disorders Get Researched and Why? PLoS ONE 5(11): e15112. doi:10.1371/journal.pone.0015112 .
  2. Blom, E. (2009). Kinderen en meertaligheid. http://www.kennislink.nl/publicaties/kinderen-en-meertaligheid .
  3. Blumenthal, M. & Vermeer, A. (2012). You’ve got TAK-mail. Van Horen Zeggen , 2, 10-18.
  4. Dienst Uitvoering Onderwijs (2009). Leerlingen basisonderwijs met een niet-Nederlandse achtergrond naar geboorteland .
  5. Driessen, G., Slik, F. van der, & Bot, K. de (2002). Home language and language proficiency: a large-scale longitudinal study in Dutch primary schools. Journal of Multilingual and Multicultural Development , 23, (3).
  6. Emmelot, Y. & Triesscheijn, B. (1998). De relatie tussen schoolsucces en taalvariabelen bij Turkse en Marokkaanse leerlingen in het basisonderwijs . Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek-Kohnstamm Instituut (SCO-KI).
  7. Julien, M. (2008). Taalstoornissen bij meertalige kinderen: Diagnose en behandeling . Amsterdam: Harcourt.
  8. Kohnert, K. (2009). Bilinguals with Primary Language Impairment. In: De Bot, K., & Schrauf, R.W. Language Development Over the Lifespan . New York & London: Routledge.
  9. Kregting, S. & Hulsker, J. (2009). Integratiemonitor Gelderland: Niet-westerse allochtonen in beeld, 3. Osmose in samenwerking met Spectrum CMO Gelderland.
  10. Scheele, A. F., Leseman, P. P., & Mayo, A. Y. (2010). The home language environment of monolingual and bilingual children and their language proficiency. Applied Psycholinguistics , 31(01), 117-140.
  11. Scheele, A.F. (2010). Home language and mono and bilingual chikdren’s emergent academic language:A longitudinal study of Dutch, Moroccan-Dutch, and Turkish-Dutch 3-to 6-year-olds . Dissertation Universiteit van Utrecht.
  12. Schlichting L. (2006). Lexiconlijsten Marokkaans-Arabisch, Tarifit-Berber en Turks: instrumenten om de taalontwikkeling te onderzoeken bij jonge Marokkaanse en Turkse kinderen in Nederland . Amsterdam: Uitgeverij-JIP.
  13. Schlichting, J.E.P.T. & Lutje Spelberg, H.C. (2003). A test for measuring syntactic development in young children. Language Testing , 20, 3, 241-267.
  14. Schlichting, J.E.P.T. & Lutje Spelberg, H.C. (2012a). Schlichting Test voor Taalbegrip voor Nederland en Vlaanderen . Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
  15. Schlichting, J.E.P.T. & Lutje Spelberg, H.C. (2012b). Schlichting Test voor Taalproductie-II voor Nederland en Vlaanderen . Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
  16. Schlichting, J.E.P.T., Agt H.M E, Boerma I.J. e.a. (2007). Taalscreening bij Marokkaanse en Turkse kinderen met de tweetalige Lexiconlijsten. Tijdschr. Jeugdgezondheidszorg ,39,102-106.
  17. Schlichting, L., Cleuskens, M., Duijst, S. & Ögretmen (2012). Language proficiency and language-based processing in typically developing Turkish children learning Dutch as a second language . In: Jong, N., Juffermans, K., Keijzer, M. & Rasier, L. (Eds). Papers of the Anéla 2012 Applied Linguistics Conference , p. 53-65. Anéla Eburon.
  18. Verhoeven, L. & Vermeer, A. (1989). Diagnose van kindertaal . Tilburg: Zwijsen.
  19. Verhoeven, L. & Vermeer, A. (2001). Taaltoets Alle Kinderen . Arnhem: Citogroep.
  20. Verhoeven, L. & Vermeer, A. (2006). Verantwoording Taaltoets Alle Kinderen. http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/tg/10.pdf