Diagnostische instrumenten
Vraagstelling
De richtlijn beantwoordt in het hoofdstuk over diagnostiek de volgende vraag: Wat is de diagnostische waarde van tests bij kinderen en volwassenen met stotteren?
Casus Sonja
Sonja (27 jaar) stottert sinds haar 5e jaar. Zij heeft tijdens haar kinderperiode af en aan logopedische therapie gekregen, de laatste 8 jaar echter niet meer. Zij vraagt om behandeling omdat ze merkt dat ze steeds vaker meebewegingen heeft in haar gezicht: ze krijgt hier opmerkingen over van anderen. Ze spreekt vrijuit en tijdens het eerste gesprek blijkt niet dat ze spreeksituaties vermijdt. Ze spreekt overal en haar onvloeiendheid is vrij constant aanwezig. Wel wordt ze onzeker over zichzelf door de reacties op haar gezichtsbewegingen. De logopedist observeert lichte stottermomenten, hoofdzakelijk snelle herhalingen, met daarbij een verlengde oogsluiting. Sonja trekt regelmatig haar mond scheef tijdens een stottermoment.
Gedurende de diagnostische fase van het logopedisch methodisch handelen maakt de logopedist verschillende afwegingen, bijvoorbeeld hoe de diagnostische procedure eruit