Hypothese Van Riper
Stotteren is een al dan niet erfelijke neuromusculaire timingsstoornis (Van Riper, 1990). Timing is heel gevoelig voor spanning en voor snelheid. Sporters kunnen dat beamen. Door intolerantie voor de niet vloeiendheden als gevolg van mistiming, gaat de persoon meestal vechten, vluchten of bevriezen. Daardoor worden de aanvankelijk ontspannen kernstotters (herherherhalingen en vvvverllllengingen) meer gespannen (vechten), meer ingehouden/ verstopt (vluchten) en/of langer (bevriezen). Door deze inspanningen, die onder de wetmatigheden van operante conditionering vallen, wordt het stotteren erger. De spanning neemt toe en daarmee hee‑ de stotterende persoon vicieuze cirkels aan het draaien gezet. Zo zijn dus ‘biologie’ en ‘psychologie’ samen verantwoordelijk voor de uiteindelijke ernst van het stotteren.
Aanvullende hypothese Bertens
De ernst van de gestoorde timing is onderhavig aan de normaalverdeling: de kleinste groep heeft een zeer ernstige timingsstoornis, een iets grotere groep heeft een ernstige timingsstoornis, een weer iets grotere groep heeft een matige timingsstoornis en een weer grotere groep heeft