Ongeveer 3% van alle schoolgaande jeugd heeft een gehoorverlies van minstens 30 dB. Dit komt neer op ongeveer 12.000 dove en slechthorende schoolgaande kinderen en jongeren in Nederland. Gezien de relatief lage prevalentie, betekent dit dat kinderen met een gehoorverlies vaak de enige leerling in de klas zijn met een gehoorbeperking, vaak zelfs op school. Niet alleen het gehoorverlies zelf, maar ook de uitzonderlijke positie waarin deze kinderen zich sociaal gezien bevinden, kunnen leiden tot moeilijkheden in de communicatie en sociale interactie met anderen. Dit uit zich in het vaak lagere welbevinden van deze kinderen vergeleken met het welbevinden van horende leeftijdgenootjes. Zo heeft maar liefst 41% van de kinderen met een gehoorverlies en een normale leeraanleg emotionele problemen, tegen 15% van de horende kinderen. In relaties met klasgenoten uiten deze problemen zich ook; kinderen met gehoorverlies worden vaker dan horende klasgenoten niet geaccepteerd, ze zijn minder populair en ze worden vaker genegeerd of afgewezen in de klas. Slechthorende kinderen zijn dan ook bekend met
De eFFectiviteit van ‘FF luisteren!’ |
|
16 december 2016 | |
Roosje Hendrickx, Nina Wolters-Leermakers, Gerrie van Hamersvelt, Maartje Kouwenberg, Ellen Gerrits |
Kernwoorden:
962
Weergaven
5
Downloads