Het kauwen van voedsel is een wezenlijk onderdeel van het slikproces. Kauwen is de vaardigheid om voedsel effectief tussen de kiezen te vermalen en dit vervolgens tot een bolus te kunnen vormen, die weggeslikt kan worden (Le Reverend, Edelson, & Loret, 2014). Een kauwbeweging wordt omschreven als een cyclus met een openings- en sluitingsfase. Kinderen krijgen meestal rond de leeftijd van 6 maanden voor de eerste keer zacht kauwbaar vast voedsel aangeboden. De effectiviteit van het kauwen neemt gedurende de eerste twee jaar toe (Gisel, 1988; Le Reverend et al., 2014; Schwartz, Niman, & Gisel, 1984). De effectiviteit van het kauwen van alle soorten vast voedsel ontwikkelt zich nog tot de leeftijd van 8 jaar (Gisel, 1988). Het kauwen kan vanuit verschillende perspectieven in kaart gebracht worden. Zo kan er gekeken worden naar kwaliteit, uithoudingsvermogen, efficiëntie en kracht. Voor het observeren van het kauwen door kinderen met cerebrale parese is de Kauw Observatie en Evaluatie (KOE) beschikbaar. Dit is een diagnostisch instrument
De 6 minutenkauwtest en de TOMASS |
|
Twee nieuwe tests voor het diagnosticeren van kauwklachten |
|
26 januari 2018 | |
Marjo van Gerven, Simone Knuijt, Willemijn in 't Veld, Marloes Lagarde, Lenie van den Engel-Hoek |
Samenvatting
Kauwproblemen komen opvallend vaak voor bij zowel kinderen als volwassen patiënten, terwijl klinisch onderzoek vaak weinig afwijkingen laat zien. Om klachten zoals vermoeidheid bij kauwen, te weinig eten, taai voedsel niet kunnen verwerken en maaltijden die lang duren te kunnen verklaren, zijn twee objectieve instrumenten ontwikkeld: de 6 minutenkauwtest en de Test of Mastication and Swallowing of Solids (TOMASS). In dit artikel worden de aanleiding en ontwikkeling van de testen besproken. Voor beide testen worden normatieve data gepresenteerd, die gebruikt kunnen worden in de diagnostiek van kauwproblemen.
Kernwoorden:
1146
Weergaven
68
Downloads