Door deze problemen kunnen prematuren soms langdurig afhankelijk van sondevoeding zijn bij een onvoldoende orale intake. De voedingsproblemen na het eerste levensjaar hebben als belangrijkste kenmerken slikproblemen en/of voedselweigering met negatieve consequenties voor kind en omgeving (Wood et al., 2003). Een vroegtijdige interventie rondom de orale voeding lijkt dan ook noodzakelijk om (ernstige) voedingsproblemen na de neonatale fase zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor het signaleren van zuig- en slikproblemen bij zuigelingen zijn er verschillende observatielijsten ontwikkeld. De Neonatal Oral-Motor Assessment Scale (NOMAS) (da Costa, van den Engel-Hoek, & Bos, 2008; Palmer, Crawley, & Blanco, 1993) is een klinisch meetinstrument dat het zuiggedrag van zowel Ă term als prematuur geborenen in kaart brengt. De NOMAS maakt onderscheid in een dysorganised, dysfunctional of normaal zuigpatroon. De Supporting Oral Feeding in Fragile Infants (SOFFI) (Philbin & Ross, 2011) is een methode, waarin observatie, beslissingen en actie elkaar steeds opvolgen in de begeleiding van het drinken bij de groep prematuur geborenen.
De Early Feeding Skills Assessment (EFS) is