Maar ook het gebruikte meetinstrument kan onnauwkeurig zijn. Een weegschaal in de badkamer is voldoende nauwkeurig om een kilogram te meten, maar is niet nauwkeurig genoeg in een situatie waarin men een gram moet afmeten, zoals bijvoorbeeld in de keuken. Dan meet het instrument (de test) niet precies genoeg. Dit soort onnauwkeurigheden zijn normaal bij een instrument dat psychische eigenschappen meet (bijvoorbeeld de woordenschat). Het is wel belangrijk dat deze meetfout zo klein mogelijk is. De grootte van de meetfout van een instrument is essentieel om te kunnen verge- lijken of twee metingen bij een persoon betekenisvol van elkaar verschillen. De grootte van de meetfout (of onnauwkeurigheid) van een instrument wordt uitgedrukt in betrouwbaarheid (reliability).
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid geeft aan in hoeverre een meting vrij is van meetfouten. Een score op een test (bijvoorbeeld een vragenlijst, of een taaltest) bestaat volgens de klassieke testtheorie uit twee delen: de daadwerkelijke score en de meetfout. De betrouwbaarheid geeft de mate