Moet ik vastleggen wanneer de evaluatie plaatsvindt?
Het kan als optioneel worden opgenomen. Het is mogelijk om overeen te komen dat het behandelplan mondeling is toegelicht. Echter, wetende dat een schriftelijke behandelingsovereenkomst wettelijk niet hoeft en het gegeven dat het behandelplan de inhoud van de behandeling betreft, adviseren wij om als de overeenkomst (tevens) schriftelijk wordt aangegaan, dan ook volledig te zijn door het behandelplan daarin op te nemen
Moet ik een schriftelijke toestemming krijgen van de patient voor het delen van medische gegevens met derden?
Het hoeft niet schriftelijk, echter als de toestemming schriftelijk wordt gegeven heeft de logopedist ‘bewijs’ dat de medische gegevens met derden mochten worden gedeeld. De AVG vereist dat de verwerkingsverantwoordelijke moet kunnen aantonen dat de betrokkene de toestemming voor de verwerking heeft gegeven (artikel 7 lid 1 AVG). Dat zou ook langs andere weg dan door middel van een schriftelijke verklaring kunnen, maar dat is wel eenvoudig om te regelen. Bovendien blijkt het uit feit dat de patiënt een handtekening heeft gezet dat het een overwogen keuze was.
Is het nodig om het behandelplan bij de behandelovereenkomst te voegen?
Het is mogelijk om overeen te komen dat het behandelplan mondeling is toegelicht. Echter, wetende dat een schriftelijke behandelingsovereenkomst wettelijk niet hoeft en het gegeven dat het behandelplan de inhoud van de behandeling betreft, adviseren wij om als de overeenkomst (tevens) schriftelijk wordt aangegaan, dan ook volledig te zijn door het behandelplan daarin op te nemen.
Moet ik de behandelovereenkomst schriftelijk vastleggen?
Het is wettelijk niet nodig om een schriftelijke behandelingsovereenkomst met uw patiënt aan te gaan. Mocht u gebruik willen maken van de model-behandelovereenkomst van de NVLF, wijzen wij erop dat dit model is bedoeld als voorbeeld. Wij adviseren om zo nodig een deskundige te raadplegen als u van dit model gebruik wilt maken zodat de overeenkomst op maat gemaakt kan worden voor uw specifieke situatie.
Is er een richtlijn voor het opleidingsniveau voor hulp bij eten en drinken bij cliënten met slikklachten?
Er is geen richtlijn voor welke medewerkers (en van welk niveau) kunnen worden ingezet bij het begeleiden van cliënten met slikproblemen. Iedere instelling heeft hier een eigen beleid in, vaak in afstemming met de logopedisten. Het merendeel van de voedingsassistenten zijn opgeleid op niveau 2. Vanuit de opleiding bezitten zij niet de deskundigheid om cliënten met slikproblemen veilig te laten eten en drinken. In welke mate mbo-verpleegkundigen (niveau 4) voldoende kennis en ervaring vanuit de opleiding hebben, kunnen wij niet inschatten. Je zou verwachten dat hbo-opgeleide verpleegkundigen wel voldoende kennis hebben. Maar als zij tijdens de stages nooit te maken hebben gehad met cliënten met slikproblemen, kun je niet voor de deskundigheid instaan. Een belangrijke voorwaarde om de deskundigheid te beoordelen is namelijk ook de praktijkervaring. Van leden die deze of een vergelijkbare vraag stelden, horen we dat er vaak op afdelingsniveau wordt bepaald welke medewerker wel of niet mag helpen bij veilig eten en drinken. Dit mede aan de hand van theorie en oefenen in de praktijk. Wij kennen ook voorbeelden van instellingen waarbij door de logopedist wordt bepaald bij welke cliënt/bewoner welke collega mag helpen bij eten en drinken. Dit kan dan ook bijvoorbeeld een voedingsassistent zijn met veel praktijkervaring en voldoende kennis om in te schatten of haar/zijn hulp op dat moment verantwoord is. Bijvoorbeeld door het beoordelen van het bewustzijn of het voldoende rechtop kunnen zitten van de cliënt.
Is het verplicht om een begin-, tussen- en eindverslag te maken?
De zorgverlener rapporteert minimaal één keer per jaar aan de verwijzer/behandelend arts. De startdatum is de datum van het eerste consult. De verplichting voor het versturen van een startverslag is daarmee komen te vervallen. Een eindverslag blijft wel verplicht.
Moet de richtlijn afasie ook worden gevolgd bij patiënten met een primair progressieve afasie (PPA)?
Op pagina 11 in hoofdstuk twee van de richtlijn staat: deze richtlijn is uitsluitend gericht op volwassen personen met afasie, bij wie de afasie het gevolg is van een beroerte. De richtlijn is dus niet geschreven voor de doelgroep van patiënten met PPA.
Cliënt wil expliciet door mij geholpen worden en ik kan niet aan de richtlijn voldoen, wat nu?
Richtlijnen worden geschreven om doeltreffend en doelmatig (para)medisch handelen te bevorderen. Indirect wordt daarmee de kwaliteit van zorg voor de cliënt gestimuleerd. De NVLF adviseert logopedisten sterk om te handelen volgens de richtlijn. Het kan voorkomen dat een logopedist niet volgens een richtlijn kan handelen en dat de cliënt ondanks dit gegeven toch door deze logopedist behandeld wil worden, bijvoorbeeld vanwege de afstand / nabijheid van de praktijk. In dit geval is het zaak om aan de cliënt uit te leggen dat je eigenlijk volgens een richtlijn moet werken, dat je daaraan niet kan voldoen en wat de risico’s voor de cliënt zijn. Leg dit ook vast in het dossier van de cliënt. En leg vast dat de cliënt zelf afstand verkiest boven werken volgens de richtlijn. De NVLF raadt aan dat de logopedist dan afstemming zoekt met een expert, bijvoorbeeld in afasieteams. Bovenstaande weerhoudt de logopedist niet om te besluiten geen behandeling te bieden aan deze cliënt, omdat niet voldaan kan worden aan de gestelde kwaliteitseisen. Deze afweging dient de logopedist altijd te maken voordat de logopedist besluit om in gesprek te gaan met de cliënt over de mogelijkheden. Zie ook de veel gestelde vraag “Wanneer mag je afwijken van de richtlijn? En wat noteer ik?”
Hoe dwingend dient een richtlijn gevolgd te worden?
Als een richtlijn vastgesteld en gepubliceerd is, moet er vanaf dat moment naar gehandeld worden. Wel is het zo dat logopedisten een half jaar krijgen om zich de richtlijn eigen te maken en de interne organisatie op orde te brengen. Na dit half jaar wordt er verwacht dat de logopedist de richtlijn naleeft. Als de logopedist getoetst wordt tijdens een audit wordt deze regel ook aangehouden. Zorgverleners kunnen gemotiveerd afwijken van de richtlijn. Als een logopedist van de richtlijn afwijkt is het belangrijk dat dit wordt beargumenteerd en gedocumenteerd in het patiëntendossier. Voor meer informatie hierover zie de veel gestelde vraag ‘Wanneer mag je afwijken van een richtlijn? En wat noteer ik?’
Wat is de wettelijke basis om te handelen volgens een richtlijn?
De zorgverlener is gehouden om bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed zorgverlener in acht te nemen en daarbij te handelen volgens de professionele standaard van de beroepsgroep (artikel 7:453 Burgerlijk Wetboek). In de rechtspraak is dit aldus geformuleerd; ‘de zorgverlener moet die zorg betrachten die de redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden ook zou hebben betracht. Dit betekent voor de logopedist dat gehandeld moet worden volgens de normen en standaarden van de beroepsgroep, zoals is vastgelegd in richtlijnen en protocollen. Het is echter niet de bedoeling dat een richtlijn of protocol zonder meer gevolgd wordt.(Bron: ‘Wettelijke eisen bij beroepsuitoefening’)
Wanneer mag je afwijken van een richtlijn? En wat noteer ik?
Als het in het belang van goede zorgverlening noodzakelijk is om af te wijken, kan of moet zelfs worden afgeweken. Het is daarbij van belang dat de af- en overwegingen om in een individueel geval tot een andere behandeling te komen dan in een richtlijn of (landelijk) protocol staat in het dossier worden vastgelegd. Op deze wijze kan te allen tijde verantwoording worden afgelegd. Bijvoorbeeld: het kan zijn dat een aanbevolen behandeling niet aansluit bij de situatie van de cliënt. Het niet in huis hebben van aanbevolen testen / materialen is echter onvoldoende motivatie om van een richtlijn af te wijken. Waarom er wordt afgeweken moet goed genoteerd worden in het dossier van de cliënt. Vermeld in het dossier niet alleen de gekozen handelwijze, maar ook de verworpen handelwijze(-n), het is van belang om inzicht te geven in de gedachtegang van de logopedist. Vermeld hierbij niet alleen dat ‘de cliënt gewezen is op mogelijke risico’s’, maar beschrijf tevens, kort, de aard van de besproken risico’s.
Wanneer moet ik handelen volgens een nieuwe richtlijn?
Als een richtlijn vastgesteld en gepubliceerd is, moet er vanaf dat moment naar gehandeld worden. Wel is het zo dat logopedisten een half jaar krijgen om zich de richtlijn eigen te maken en de interne organisatie op orde te brengen. Na dit half jaar wordt er verwacht dat de logopedist de richtlijn naleeft. Als de logopedist getoetst wordt tijdens een audit wordt deze regel ook aangehouden. Zorgverleners kunnen gemotiveerd afwijken van de richtlijn. Als een logopedist van de richtlijn afwijkt is het belangrijk dat dit wordt beargumenteerd en gedocumenteerd in het patiëntendossier. Voor meer informatie hierover zie de veel gestelde vraag ‘Wanneer mag je afwijken van een richtlijn? En wat noteer ik?’
Aanbevolen (buitenlandse) testen niet in je praktijk / instelling?
Het niet in huis hebben van testen is onvoldoende motivatie om van een richtlijn af te wijken. Dit omdat men alleen mag afwijken als het in het belang van goede zorgverlening noodzakelijk is om af te wijken. Zie de veelgestelde vraag “Wanneer mag je afwijken van de richtlijn? En wat noteer ik?”
Waarom worden er buitenlandse testen en materialen aanbevolen in de richtlijn?
Een richtlijn is gebaseerd op evidence. Er is vaak weinig evidence beschikbaar over Nederlandse testen of behandelmaterialen, vandaar dat er bij het schrijven van een richtlijn buitenlandse evidence wordt gebruikt. Dit kan dus uitmonden in een aanbeveling van een buitenlandse test. Dit wil niet zeggen dat de test die de Nederlandse logopedisten gebruikten slecht is, maar voor de effectiviteit van die test is (vaak) geen evidence te vinden.