Lezen zonder boek wil bijdragen aan het stimuleren van de leesvoorwaarden met psychomotorische oefeningen. De oefeningen hebben de volgende doelen: samenwerking tussen beide hersenhelften, doorkruisen van de middellijn, focussen van de ogen, ritmegevoel ontwikkelen en geheugen trainen. Enkele voorbeelden van oefeningen zijn: als een dier over de grond kruipen, ‘luie’ 8 tekenen in de lucht, liggend op de buik een voorwerp (bijv. een vingerpopje) volgen dat iemand anders beweegt, geluiden onthouden en ritmes klappen. Slechts enkele van deze oefeningen worden gecombineerd met letters, fonologische aspecten of verhalen. In een hoofdstuk waarin het stimuleren van nieuwsgierigheid naar letters centraal staat worden wel oefeningen met letters aangeboden. In een kort laatste deel beschrijft de auteur iets over lezen met boek, namelijk het belang van voorlezen en stimuleren van de leesmotivatie.
De belangrijkste vraag die men zich moet stellen bij het lezen van dit boek is: wat is het nut (effect) van deze oefeningen voor de leesontwikkeling? De auteur is niet in staat om