Dit boek is geschreven als handreiking voor leerkrachten van groep 1 tot en met 8 in het ( Speciaal) basisonderwijs, om doelgericht en creatief te werken aan de mondelinge taalvaardigheid in de klas. Het boek is in zijn opbouw en praktische insteek vergelijkbaar met het boek ‘Op Woordenjacht’. Kinderen worden uitgedaagd in hun ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheid en leren ook te reflecteren hierop. Dit doen ze door middel van het aanleren van routines. De routines voor mondelinge taal worden breder uitgewerkt dan de routines in ‘Op Woordenjacht’. Het boek is goed als bronnenboek te gebruiken en is niet verbonden aan een methode. Het bestaat voornamelijk uit praktische voorbeelden en minimale theorie.
Het boek begint met een korte inleiding over de stimulering van de mondelinge taalvaardigheid. Hoe leren kinderen mondeling te communiceren en hoe kan je doelgericht werken aan de mondelinge taalvaardigheid in allerlei vakken. Daarna worden acht routines toegelicht waarmee je doelgericht aan de mondelinge taalvaardigheid kunt werken. Deze verschillende mondelinge