Doe de hussel oefent het herkennen van een goede zinsvolgorde binnen een verhaal. Uit een vier,- zes,- of achttal kaarten dient het kind de goede volgorde van zinnen af te leiden. Elk doosje bevat 48 kaarten met op de voorkant van de kaart 2 zinnen voor 2 verschillende verhaaltjes. Elk gevormd verhaaltjes laat op de achterkant een oplossingswoord zien. Er zijn vier verschillende doosjes, voor groep 4 t/m 7. Voor groep 4 bevat het doosje 12 series van 4 kaarten (dus 24 verhaaltjes), het doosje voor groep 5 bevat 3 series van 4 kaarten en 6 series van 6 kaarten (dus 18 verhaaltjes), het doosje voor groep 6 bevat 4 series van 6 kaarten en 3 series van 8 kaarten (dus 14 verhaaltjes) en het doosje voor groep 7 bevat 6 series van 8 kaarten (dus 12 verhaaltjes).
Met doe de hussel oefent het kind actief zinsbegrip, woordbegrip, woordenschat, verwijswoorden en signaalwoorden. Er kan individueel met de kinderen geoefend worden, maar dit materiaal kan ook ingezet worden in groepsbehandelingen.
Het spel gaat als volgt:
- Het kind (of de logopedist) schudt