Het doel van de wet is de arbeidsmarkt tussen vaste en flexibele contracten meer met elkaar in evenwicht te brengen. Zo moet vast minder vast worden en flex minder flex.
De belangrijkste maatregelen van de nieuwe wet:
- De ketenbepaling wordt gewijzigd. Na 3 tijdelijke contracten binnen 3 jaar ontstaat recht op een vast contract (dit was 2 jaar).
- Vaste invulling flexibele contracten. Aan oproepkrachten met een nulurencontract of min-maxcontract moet de werkgever elk jaar een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang (op basis van de gemiddelde gewerkte arbeidsduur in de voorgaande 12 maanden).
- Meer WW-premie bij flexibel/tijdelijk contract. Werkgevers betalen een lage WW-premie voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel/tijdelijk contract.
- Recht en opbouw transitievergoeding
Werknemers hebben bij ontslag direct van het begin recht op de transitievergoeding (dit was minimaal twee jaar in dienst). Verder is