In het voorjaar hebben meerdere logopedisten gebruik gemaakt van de continuïteitsbijdrage, die zorgaanbieders konden aanvragen bij de zorgverzekeraars voor omzetdaling door COVID-19. Om te voorkomen dat straks bij de eindafrekening in 2021 een te grote correctie moet plaatsvinden, voeren de zorgverzekeraars op dit moment een tussentijdse check uit.
De continuïteitsbijdrage die tot nu toe is ontvangen, is een voorlopige bijdrage. Bij het vaststellen van die voorlopige continuïteitsbijdrage is gekeken naar de te verwachten productie (de normomzet) en de werkelijke productie in de betreffende maanden. Op basis daarvan is bepaald hoe hoog de continuïteitsbijdrage zou moeten zijn.
In een tussentijdse afrekening wordt met actuele informatie gekeken of deze voorlopige continuïteitsbijdrage nog steeds klopt, of dat deze in feite te hoog of te laag was. Wanneer het verschil tussen de voorlopige continuïteitsbijdrage en de tussentijds opnieuw berekende continuïteitsbijdrage daartoe aanleiding geeft, kan een zorgverzekeraar overgaan tot een tussentijdse afrekening. Dit om te voorkomen dat er bij