De NVLF is samen met belangrijke stakeholders druk bezig met de herziening van onder meer de richtlijn Afasie. Maak kennis met een aantal leden van de werkgroep die zich hiermee bezighouden.
‘Ik word er blij en energiek van’
Nelleke Loseman, werkzaam bij Zorggroep Noorderboog
‘Mijn passie ligt op het gebied van afasie. Dus toen ik in de nieuwsbrief van de NVLF de oproep voor de werkgroep voorbij zag komen, werd mijn enthousiasme meteen getriggerd. De zorg rondom afasie ontwikkelt zich in een rap tempo. Daarom volstaat de huidige richtlijn niet meer volledig en is aanpassing en aanvulling nodig. Als werkgroep nemen we kritisch de bestaande richtlijn door en inventariseren we de knelpunten. Mijn hoop is dat ik hiermee een bijdrage kan leveren aan een gedegen richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van afasie, die alle facetten van de zorg rondom afasie beslaat. Dat het een overzichtelijke en makkelijk leesbare richtlijn wordt, die logopedisten als leidraad kunnen gebruiken in hun diagnostiek en behandeling. En uiteindelijk hoop ik dat het leidt tot goede zorg voor de mensen met afasie.
Als je langere tijd werkt met een bepaalde doelgroep, ontwikkel je ook een eigen stijl van werken. Hierdoor ontstaan onbewust toch blinde vlekken. Door na- en bijscholing blijf je bij met je kennis, maar door zelf ook deel te nemen aan werkgroepen ben je actiever bezig met andere facetten van je vakgebied. Het maakt je bewust van processen achter bepaalde besluiten. Ik hoor en lees ontwikkelingen en ervaringen die ik niet scherp heb. Dat neem ik weer mee in mijn werk. En een bijdrage mogen leveren aan iets wat in mijn ogen zo belangrijk is, word ik blij en energiek van. Vooral omdat ik het mag doen met andere collega’s die dezelfde passie delen.’
‘We doen het samen met en voor alle andere logopedisten’
Alissa Nikkels, logopedist bij Tergooi Medisch Centrum en docent-onderzoeker aan de Hogeschool Rotterdam.
‘Vanuit de logopedische praktijk ben ik op de hoogte van knelpunten en behoeften binnen ons vakgebied. En als docent-onderzoeker houd ik mij onder meer bezig met het effect van training op de communicatieve vaardigheden van studenten die in gesprek gaan met personen met afasie. In de richtlijn afasie komen wetenschap en praktijk samen en daarom wilde ik onderdeel vormen van de werkgroep, omdat het mij zinvol lijkt om mijn ervaringen hierin mee te nemen. Ik denk ook dat het goed is dat er iemand bijzit die les geeft op een hogeschool. Ik weet wat er speelt onder studenten en waar zij behoefte aan hebben bij lezen en gebruiken van de richtlijn. Dat kunnen we ook weer meenemen.
Het mooie van de werkgroep vind ik dat er verschillende werksettingen zijn vertegenwoordigd. En samen kijken we hoe mensen met afasie beter geholpen kunnen worden. Zo zorgen we ervoor dat de behoeften en afspraken op elkaar blijven aansluiten. Persoonlijk vind ik deelnemen aan de werkgroep interessant en uitdagend. Een mooi moment vond ik dat we tijdens een overleg de noodzaak inzagen om meer input van collega’s te vragen, voor we met knelpunten aan de slag konden gaan. Toen hebben we een enquête opgesteld waar we alle logopedisten vroegen hun ideeën te delen. Dat gaf ons een ruimer beeld waardoor het voelt alsof we het nu samen doen met en voor alle andere logopedisten.’
‘De projectmatige werkzaamheden vormen een leuke afwisseling op mijn baan’
Natalie Koetsoeba, werkzaam bij Centrum voor Revalidatie Beatrixoord
‘Met afasie heb ik als logopedist in een revalidatiecentrum dagelijks te maken. Hierdoor vind ik het erg belangrijk dat de logopedische zorg voor deze doelgroep continu wordt verbeterd. Door mee te helpen aan het vernieuwen van de richtlijn houd ik mijn eigen kennis op dit gebied up-to-date en kan ik deze ook met andere logopedisten uitwisselen en delen. Daarnaast heb ik nog niet eerder aan een dergelijk project meegewerkt en was ik erg benieuwd hoe ik dit zou ervaren.
Ik hoop dat we met de gehele werkgroep een mooie vernieuwde richtlijn kunnen neerzetten, waarin de nieuwste inzichten en aanbevelingen vanuit de literatuur worden vastgelegd. Zo is er voor alle logopedisten een eenduidige richtlijn als houvast rondom de logopedische begeleiding van personen met afasie. Als lid van de werkgroep kan ik de problemen en behoeften vanuit de praktijk meenemen bij het herzien van de richtlijn. Daarnaast ervaar ik de projectmatige werkzaamheden als een leuke afwisseling op mijn baan als logopedist in het revalidatiecentrum. Het is ook erg leerzaam om samen te werken in deze werkgroep met logopedisten uit verschillende instellingen en regio’s in het land. Ik kan het anderen die het interessant lijkt om ook een keer aan de slag te gaan met een project zeker aanraden om lid te worden van een werkgroep. Ik haal er persoonlijk veel uit en voeg zelf ook iets toe aan een heel belangrijk onderwerp.’
‘Het geeft vertrouwen in mijn eigen expertise’
Julie Theunissen, werkzaam bij Attent Zorg & Behandeling
Toen ik de oproep zag voor leden van de werkgroep twijfelde ik eerst. Ik heb nog niet heel veel jaar werkervaring en ging er vanuit dat dit een vereiste zou zijn. In het kader van niet geschoten is altijd mis, heb ik toch gereageerd. Tot mijn verbazing en enthousiasme werd ik gekozen om deel te nemen aan de werkgroep. Normaal ben ik met mijn werkzaamheden als logopedist op de voorgrond zichtbaar in behandeling met een cliënt. Met de deelname aan de werkgroep hoop ik ook op de achtergrond een relevante bijdrage te kunnen leveren aan de vakgroep logopedie. We hebben nu een paar meetings gehad en het is bijzonder om te zien hoe we actief bezig zijn met vraagstukken die straks iets moois kunnen bijdragen voor het hele werkveld. De werkgroep zal binnenkort opgedeeld worden in groepjes van twee of drie logopedisten. Ieder afzonderlijk groepje zal zich buigen over vragen die het meest in lijn van hun eigen expertise liggen. Uiteraard zullen we de stukken na uitwerking met de gehele werkgroep bespreken.
Naast dat de werkgroep mij de gelegenheid biedt om kennis op te doen over het specifieke onderwerp afasie, draagt het tegelijkertijd ook bij aan mijn zelfvertrouwen als logopedist. Het durven uiten van een mening en meedenken, geeft een verdieping in het vak en vertrouwen in mijn eigen expertise als logopedist.’
Tekst: Michelle Iwema