De werknemersorganisaties lieten minister Van Rijn in mei weten dat nog lang niet alle werknemers in de zorg ‘beschermd’ aan het werk kunnen. Ze drongen daarom aan op een richtlijn waarin staat dat alle zorgprofessionals recht hebben op persoonlijke beschermingsmiddelen, zodat hun werkgever die kan verstrekken als ze erom vragen.
Die richtlijn is er nu, onder de titel ‘Handreiking veilig werken i.v.m. COVID-19’. De handreiking bestaat uit een stroomschema op basis waarvan zorgprofessionals kunnen bepalen of ze veilig zorg kunnen verlenen. Het schema gaat zowel in op situaties waarin PBM volgens de richtlijnen gebruikt moeten worden als voor situaties waarin de zorgprofessional zelf beslist dat het gewenst is om met PBM te werken – ook als dat volgens de RIVM-richtlijn niet per se noodzakelijk is.
Een belangrijk uitgangspunt in de handreiking is dat zorgprofessionals voldoende en de juiste PBM krijgen van de organisatie waarvoor ze werken.