Bij een behandeling die langer duurt dan twaalf maanden stuurt de paramedicus wel een tussentijdse rapportage aan de verwijzer of behandelend arts, maar deze hoeft geen herhaalverwijzing meer op te stellen. Tijdens de schrapsessies is geconstateerd dat, gezien de eisen die zorgverzekeraars stellen aan verwijzingen, deze door een arts vaak onbedoeld onvolledig wordt ingevuld. Dit brengt administratieve lasten mee voor paramedici.
Over de verwijzing
De werkgroep Bureaucratie & Administratieve Lasten van ‘Het Roer Gaat Om’ (met daarin InEen, LHV, VPH, ZN, NZa en VWS) heeft daarom, in goed overleg met de paramedische beroepsgroepen, de artsen helder gecommuniceerd welke gegevens de verwijzing dient te bevatten en voor welke specifieke aandoeningen een extra vermelding wordt gevraagd op de verwijzing.
De eerste verwijzing dient de volgende gegevens te bevatten:
- Gegevens patiënt: naam, BSN-nummer, geboortedatum
- Gegevens arts: naam en handtekening arts, AGB-code arts
- Verwijsgegevens: medische diagnose en/of hulpvraag, datum verwijzing
- Overige gegevens: