Log in
Toen ik gevraagd werd om deze mooie KKB dag te hosten en af te sluiten, gingen mijn gedachten meteen terug naar 27 jaar geleden. Ik was een duimer, altijd al geweest en ik kwam er maar niet vanaf. We hadden alles al geprobeerd: van handschoenen aan in bed tot en met zo’n smerig goedje dat je op je nagel kan smeren en zo vies smaakt dat je niet meer wil duimen: niets werkte. De handschoenen kreeg ik altijd uit, al waren ze vastgetaped aan mijn polsen (nu ik dit opschrijf denk ik dat het misschien ook goed is eens te kijken of mijn ouders niet iets te hardhandig waren met al deze acties), en dat vieze goedje zoog ik gewoon hardnekkig weg totdat mijn duim weer gewoon smaakte als mijn duim.
Nina de la Croix

Door het duimen, stonden mijn voortanden al vanaf mijn zevende recht vooruit. Heel handig voor het plaatsen van de duim, zeer onhandig voor mijn spraak: ik had inmiddels een prachtige slis ontwikkeld. Eerst viel het mij niet erg op, maar toen ik wat ouder werd, en mijn klasgenoten mij na gingen doen en me Daffy Duck gingen noemen, merkte ik wel degelijk wat er aan de hand was.

Ik werd 10, en kreeg een beugel. Die beugel veranderde alles. Sowieso mijn kans op verkering met de leukste jongen uit de klas, maar ook mijn duimen stopte. Er was simpelweg geen plaats meer in mijn mond voor mijn duim. Na twee nachten huilen, heb ik me erbij neergelegd… mijn duim zou mijn mond niet meer ingaan.

Helaas bleef de slis, ook na het duimafscheid. Mijn tong was lui geworden en gewend aan het plekje tussen mijn onder- en boventanden. Dus op mijn elfde ging ik naar de logopedist. En ik kan jullie