Viola Zegers (59) heeft per 1 januari het voorzittersstokje van Paramedisch Platform Nederland overgenomen. Hiertoe behoren de beroepsverenigingen van de Diëtisten, Ergotherapeuten, Logopedisten, Huidtherapeuten, Oefentherapeuten en sinds kort ook de Optometristen. Tijd om nader met haar kennis te maken.


Kan je ons iets vertellen over jouw achtergrond?

“Ik ben van oorsprong oefentherapeut en heb 19 jaar praktijk gevoerd in de eerste lijn. Ik ben me ondertussen gaan scholen op gebieden als communicatie en bedrijfskunde. Toen ik in 2004 ging werken voor de Vereniging van Oefentherapeuten (VvOCM) raakte ik weer betrokken bij mijn oude vak waar ik zoveel passie voor heb. Het is zo mooi om mensen plezier in bewegen te leren of terug te geven. De afgelopen zes jaar heb ik zitting gehad in het bestuur van Paramedisch Platform Nederland (PPN), waarvan ik een van de medeoprichters ben. Elke twee jaar rouleert het voorzitterschap en nu is de beurt aan mij om die taak op me te nemen. Ik heb ontzettend veel zin om daar invulling aan te geven, samen met de andere bestuursleden.”

Wat wordt voor jou het grootste verschil tussen je rol als bestuurslid en je rol als voorzitter?

“Leuke vraag, ik hoop niet al teveel, tenminste niet qua tijdsinvestering, want alle bestuursleden hebben zo hun rol. Als voorzitter ben je het eerste aanspreekpunt van onze stakeholders. Als er issues of vragen zijn dan ben ik nu degene die benaderd wordt en ik zal hierdoor meer de spreekbuis vormen. We hebben met elkaar afgesproken dat we de taken die er zijn wel goed blijven verdelen. Ik bereid natuurlijk de bestuursvergaderingen voor samen met de ambtelijk secretaris en ik zit de vergaderingen voor, dus aan mij de taak om vergaderingen in goede banen te leiden.”

Wat zijn jouw speerpunten als voorzitter?

“Er zijn wel een aantal speerpunten waar ik graag mijn aandacht op wil vestigen. PPN heeft de overtuiging dat wij als paramedici duurdere zorg kunnen voorkomen. De toegankelijkheid van de paramedische zorg is nu niet altijd goed geregeld waardoor er patiënten zijn die doorstromen naar de tweede lijn en duurdere zorg gaan gebruiken. Dat is jammer want juist paramedici dragen bij aan functioneren en participeren in de samenleving en daarmee aan de kwaliteit van leven. Wij zorgen er bijvoorbeeld voor dat patiënten langer thuis in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Door ons in te zetten, ontlasten we ook de overvolle huisartsvoorzieningen. Kortom investeren in paramedische zorg is noodzakelijk en in belang van zowel de individuele burger als van de maatschappij. We kunnen duurdere zorg voorkomen en vervangen. En dat doen wij graag. Daar hoort wel een passende honorering bij. Die honorering is een speerpunt dat de komende jaren op de agenda blijft. Want onze leden moeten wel een belegde boterham kunnen verdienen.”

Hoe zal jij invulling geven aan je rol als voorzitter?

“Ik zal dat doen op een constructieve manier waarbij ik de samenwerking en de dialoog op blijf zoeken met respect voor ieders rol. De speerpunten waar we voor staan, blijf ik daarbij kenbaar maken. Daar heb ik veel zin want mijn hart ligt bij de paramedische sector in de breedte en bij beweegzorg in het bijzonder.  Ik ben ervan overtuigd dat wij patiënten en de maatschappij zoveel te bieden hebben. Wij kunnen echt bijdragen aan de kwaliteit van leven, en daarmee aan een gezonder Nederland. Dat nemen we mee als inzet voor het nieuw af te sluiten hoofdlijnenakkoord. Het huidige akkoord loopt namelijk dit jaar af.”

Hoe zie je de toekomst van PPN?

“Als afzonderlijke kleine beroepsorganisaties zijn we kwetsbaar. We gaan kijken hoe we slimmer met elkaar kunnen samenwerken, waardoor we als geheel een sterkere positie in kunnen nemen. Het toverwoord daarbij is vertrouwen. Werken vanuit vertrouwen geeft positieve energie. Ik zie hierin  een doorontwikkeling van PPN als organisatie voor me. We hebben successen geboekt, die veel werk voor ons met zich meebrengen en we zijn een aantal projecten gestart waar we ons vol energie voor in willen blijven zetten. Om dat vol te houden zullen we een verdere professionaliseringsslag als PPN aan moeten gaan. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van richtlijnen. Dan moeten er wel middelen beschikbaar komen die we mogen inzetten voor formatie en doorontwikkeling. Er worden nu veel externe bureaus ingehuurd om zaken op de rit te krijgen, maar we hebben echt als organisaties middelen nodig om ingezette projecten duurzaam te borgen. Dat zal ook een speerpunt zijn; om aandacht te vragen voor die middelen. Ik wil dat we als PPN die middelen efficiënt in kunnen gaan zetten om met elkaar stappen te zetten naar een robuustere organisatie.”

Je hebt het over het belang van vertrouwen, waarin is dat belangrijk?

“Het is niet wenselijk dat we overal met zijn zessen aanschuiven. We hebben ons succes te danken aan het feit dat we steeds afvaardigingen hebben die naar een overleg gaan en alle beroepsverenigingen vertegenwoordigen. Daarvoor is het nodig dat je elkaar vertrouwt en mandateert in een afvaardiging. En voor dat vertrouwen is het nodig dat je elkaar goed kent en elkaars positie en boodschap goed weet te vertalen in dat soort overleggen. We moeten dus door ontwikkelen naar een werkwijze waarbinnen afstemmingsprocessen goed gesmeerd lopen. Voor mij speelt vertrouwen daar een rol in.”

Niet alle leden van de aangesloten verenigingen zijn even goed op de hoogte van wat PPN

precies is en doet. Hoe wil jij PPN bekender maken?

“Ik vind dat een hele goede vraag want ik merk dat het bij verenigingen heel verschillend is hoe PPN gekend wordt onder de leden. Bij VvOCM kennen onze leden PPN omdat ik zelf met de leden in de communicatie benoem wat we als VvOCM met PPN voor elkaar hebben gekregen. Bijvoorbeeld in jaarverslagen en nieuwsberichten. We hebben er als verenigingen bewust voor gekozen om vanuit de eigen vereniging te blijven communiceren naar je achterban, leden zijn immers lid van hun eigen beroepsvereniging. Maar ik denk dat binnen de communicatie van de beroepsverenigingen PPN absoluut meer aandacht moet gaan krijgen zodat het besef ook bij de achterbannen groeit dat samenwerken loont. Ik ga dat ook zeker op de PPN- agenda zetten.”

Het voorzitterschap rouleert elke twee jaar. Wat hoop je over twee jaar bereikt te hebben?

“Over twee jaar hoop ik dat PPN is doorontwikkeld naar een stevigere, intensiever samenwerkende organisatie. En als ik kijk naar buiten dan hoop ik dat we bereikt hebben dat de paramedicus heel zichtbaar is en zijn verdiende positie heeft binnen het zorgstelsel. En eigenlijk dat de paramedicus sneller ingezet wordt en daarbij werkt tegen een fatsoenlijk honorarium. Dat zijn de zaken die ik de komende twee jaar op de agenda zal blijven zetten. We worden uitgedaagd om zichtbaar te maken hoe paramedici bijdragen aan het voorkomen en ontlasten van duurdere zorg. We zeggen het wel en horen het van patiënten maar we gaan ermee aan de slag om dat echt te onderbouwen met data en cijfers. Projecten binnen de bestuurlijke afspraken maken dit mogelijk. Ik weet niet of dat in twee jaar tijd zal lukken. Maar er zal in die periode wel een mooie aanzet voor gemaakt zijn.”

Tekst: Michelle Iwema