Lees verder
De werkdruk is hoog, de wachtlijs¬ten lang en er staan veel vacatures open. Het zijn problemen die vooral binnen de eerstelijns logopedie spelen. Een zij-instromer in de praktijk, kan de praktijkhouder ontlasten, weten Brigitte Decuyper en Stannie Maessen.
Michelle Iwema

Misschien herkennen leden het dynamische duo Brigitte Decuyper en Stannie Maessen van de Zomer­toer Logopedie Evenement 2022, dat afgelo­pen september door de NVLF werd gehouden. Ze vertelden enthousiast over de inzet van studente Stannie in de praktijk van Brigitte. Stannie is zowel stagiaire als praktijkonder­steunende medewerker bij Logopedie Lingua in Houten en Nieuwegein. Haar komst zorgde voor een lagere werkdruk voor medewerkers en praktijkhouder Brigitte en daarmee mede voor meer tevredenheid onder het personeel.

We zijn een paar maanden verder en als we Brigitte en Stannie spreken, is het enthousiasme onverminderd. Het begon allemaal met een simpel telefoontje nu dik een jaar geleden waarin tweedejaars Pro Education student Stannie informeerde naar de stagemogelijkhe­den bij de praktijk. Brigitte begint enthousiast te vertellen: ‘Toen Stannie vertelde dat ze een stageplek zocht, slaakte ik eerst een diepe zucht. Ik krijg vaker telefoontjes voor stage­plekken. Maar ik heb vacatures uitstaan en zoek personeel, geen stagiaires die nog een aantal jaar opleiding te gaan hebben.’ Toch raakte ze met Stannie in gesprek en voelde dat zij best eens van grote toegevoegde waarde zou kunnen zijn.

Bij het daaropvolgende gesprek, bood Brigitte Stannie een combinatie aan van een stage naast een contract voor 16 uur als officemanager om praktijkondersteunende taken uit te voe­ren. Voor Stannie kwam het aanbod als een complete verras­sing: ‘Ik kwam voor een stage en ging weg met een stage én een baan. Ik zat in mijn tweede jaar en kon al aan de slag in de branche, dat had ik niet verwacht. Brigitte is een echte pionier die met deze combinatie een nieuwe oplossing bedacht. Daarin gaf ze mij ook veel ruimte om te kijken hoe ik deze rol binnen de praktijk zou vormgeven. Het is een cadeautje dat we nu samen uitpakken.’

Stage en baan

Het is een cadeautje dat we nu samen uitpakken

Stannie Maessen

Hoewel Stannie pas op 50-jarige leeftijd de deeltijdopleiding Logopedie ging volgen, had zij wel op persoonlijk vlak al te maken gekregen met het vak. ‘Als kind heb ik zelf logopedie gehad en later kreeg mijn vader logopedie voor zijn Parkinson. Ik heb hierdoor van dichtbij gezien hoe logopedie bij heel verschillende doelgroepen kan worden ingezet. Zowel aan het begin van een leven als aan het einde. Professioneel hield ik me al jaren bezig met communicatie. Hiervoor hielp ik namelijk hoogopgeleide vluchtelingen om in Nederland te integreren en dat kan niet zonder goede communicatie. Toen ik ging nadenken over een carrièreswitch, voelde logopedie als een logische stap.’

Cirkel rond

Voor Stannie vormt het niet alleen haar eerste baan binnen de logopedische zorg, maar ook de eerste keer dat ze werkt met kinderen. Logopedie Lingua is gespecialiseerd in het jonge kind, vaak nog niet sprekend of met ern­stige taalspraakmoeilijkheden. ‘Het is een hele dynamische doelgroep. Ik behandel de laatste tijd ook kinderen van vluchtelingen. Dat vind ik heel mooi want daarmee is een cirkel voor mij rond. In mijn eerste carrière werkte ik met hun ouders, nu kan ik hun kinderen via logopedie helpen communiceren. Het inspireert mij op een andere manier die me veel vervulling geeft. Ik merk ook dat het vak zoveel breder is dan ik kon bedenken. Ik leer continu nieuwe vaardigheden en dat daagt me uit.’

Sparringpartner

Wat zijn de kwaliteiten van een zij-instromer die een voltijdstudent vaak niet heeft? ‘Twintig jaar meer levens- en werkervaring’, antwoordt Stannie hierop meteen. ‘Ik was 50 toen ik bij Brigitte begon. Juist daardoor weet ik nog duidelijker dat dit het juiste pad is voor mij. En ik herken die gedrevenheid ook in Brigitte.’ Brigitte beaamt dit en heeft nog meer raak­vlakken met Stannie: ‘Ik ben zelf ook een zij-instromer. Ik werkte jarenlang voor IT-bedrijven. Maar ik wilde iets doen dat niet draaide om winst genereren maar menselijke, nobele doelen nastreven. Al vanaf de middel­bare school had ik een stemmetje in mijn hoofd dat logopedie bleef opperen als moge­lijkheid. En daarom besloot ik op 32-jarige leeftijd de opleiding te doen. Sinds ik werk­zaam ben als preverbale logopedist, voel ik in elke cel van mijn lichaam dat dit het werk is dat ik tot misschien wel na mijn pensioen wil blijven doen.’

Waar zitten de knelpunten voor andere praktijken die dit voorbeeld willen volgen? Volgens Brigitte moet je als praktijk wel de marge heb­ben. Simpel gezegd gaan de personeelskosten van Stannie van Brigitte’s marge af. Die staat voor Brigitte en vele andere praktijkhouders op scherp door de stijgende kosten en de lage tarieven die door de verzekeringen worden gehanteerd. ‘Dit zorgt ook voor problemen in het werven en binden van personeel’, vertelt Brigitte. ‘Voltijdstudenten lopen hun laatste stage vaak in de tweede lijn, die meer marge hebben door de betere contracten die ze krijgen. Die studenten krijgen vaak al een baan aangeboden voor ze in hun vierde jaar zitten. Hierdoor krijgen we als eerstelijns logo­pedisten maar zelden een vierdejaars voltijd­student die een stageplek zoekt, laat staan een werkplek.’

We moeten durven pionieren

Brigitte Decuyper

‘Het vormt een constante zorg onder collega’s. Maar je kunt dus met een zij-instromer een slag slaan. Deze zoeken wellicht wel een sta­geplek met uitzicht op een vaste baan binnen de eerstelijns logopedie. En zij hebben allerlei vaardigheden opgedaan in hun eerdere werk­zaamheden die zij graag in willen zetten in je praktijk. Het aantrekken van Stannie zie ik als een investering in mijn bestaande personeel. Ik kan zorgen dat zij minder praktijkondersteunende taken hoeven doen, maar zich in de zorginhoud kunnen blijven verdiepen. Daar zijn ze goed in en worden ze blij van. Dat zorgt voor meer tevredenheid. En ik investeer met het opleiden van Stannie in een nieuwe col­lega, zodat zij zich straks gaat binden aan ons als zij haar opleiding heeft afgerond. Een ander groot pluspunt is dat zij mij op allerlei vlakken ontlast. Zij stuurt bijvoorbeeld de afspraakbevestigingen of kan met een collega adequaat de aanmeldingen sorteren op aard en ernst. Het gaat misschien van mijn winst af omdat het momenteel niet past in mijn personeelsbudget. Maar als het zorgt dat ik hierdoor mijn hoofd boven water kan houden, is het me dat waard. Ik heb in Stannie echt een sparring partner gevonden, een maatje dat naast me staat. Dat geeft energie.’

Ook een zij-instromer in je praktijk?

Brigitte raadt andere collega’s die baat kunnen hebben bij het vinden van hun eigen ‘Stannie’ vooral aan om in mogelijkheden te blijven denken. ‘Stannie kwam per toeval op mijn pad, maar er zijn zoveel meer zij-instro­mers met vaardigheden die je kunt inzetten. Het is aan ons werkveld om hier actiever naar op zoek te gaan en ervoor open te staan. Het kost investering van alle kan­ten maar hierdoor heb je na die stage niet alleen een vakbekwame collega maar ook eentje die startklaar is. Dit is iets nieuws, maar we moeten durven pionieren. Ik gun het iedereen om iemand als Stannie te vinden en de rust te ervaren die ik nu heb binnen mijn praktijk.’

Beeld: Marieke Wijntjes