Log in
De Wet passend onderwijs heeft grote gevolgen voor logopedisten op scholen. Schoollogopedisten Liesbeth Timmerije en Laska Könning vertellen hoe ze hun meerwaarde wisten aan te tonen.
Erica Renckens

De benaming ‘schoollogopedist’ klopt eigenlijk al niet, stellen beiden direct vast. Liesbeth Timmerije en Laska Könning werken binnen samenwerkingsverband De Liemers po, met basisscholen in vijf gemeenten ten oosten van Arnhem. Ze maken daarin onderdeel uit van het Bureau Onderwijs Zorg (BOZ), een bovenschoolse voorziening die alle activiteiten initieert, uitvoert en evalueert. ‘Beter zou zijn om ons ‘preventieve logopedist in het onderwijs’ te noemen’, oppert Timmerije. ‘Dat maakt direct duidelijk dat we niet behandelen en ook dat we complementair zijn aan de kinderen, niet aan de school. Het gaat om het proces, niet om het instituut.’

Buiten de gebaande paden

Net als veel andere logopedisten in het onderwijs kregen Timmerije en Könning de afgelopen jaren te maken met verschillende reorganisaties, onder andere als gevolg van de invoering van de Wet passend onderwijs en de teruglopende leerlingenaantallen. Maar waar dit voor veel collega’s betekende dat er niet langer plek voor hen was binnen de organisatie, wisten