Log in
Op 1 januari 2019 verandert de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Per beroepsgroep is voor de stappen 4 en 5 uit de meldcode een afwegingskader vastgesteld, als hulpmiddel bij het wegen van mogelijk onveilige situaties. Uiteindelijk moet toepassing van de verbeterde meldcode leiden tot meer meldingen en eerder ingrijpen. Wat houdt het afwegingskader voor paramedici in, hoe is het tot stand gekomen en hoe verloopt de implementatie? En bovenal: hoe komt het toch dat het zo moeilijk is om onveilige situaties te signaleren en te melden?
Mieke van Dalen

De paramedische beroepsorganisaties – NVLF, KNGF (fysiotherapeuten), VvOCM (oefentherapeuten), NVH (huidtherapeuten), EN (ergotherapeuten) en NVD (diëtisten) – hebben in overleg met advies- en meldpunt Veilig Thuis het Algemeen Paramedisch Afwegingskader (APA) opgesteld, ter verbetering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (hierna: meldcode). Dit afwegingskader beschrijft wanneer een melding van vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling noodzakelijk is.

Complex en hardnekkig probleem

Huiselijk geweld en kindermishandeling vormen een complex en hardnekkig probleem, aldus logopedist Heleen van Setten, bekkenfysiotherapeut Gonneke Dubbeling-Ruijl en Veilig Thuis-deskundige Paul Baeten. Van Setten: “Het is een treurig onderwerp, waar we eigenlijk niet aan willen. Er hangt veel schaamte omheen, het is taboe en de problemen zijn vaak moeilijk aan te pakken.” “Het is belangrijk dat we alert zijn”, zegt Baeten. “Bij geweld en onveiligheid zie je signalen, maar die zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Allemaal hebben we de neiging om te denken: misschien valt het mee, ik kijk