Log in
De toepassing van de NVLF-richtlijn Logopedische Dossiervorming 2016 roept vragen op. Logopedisten vragen zich af hoe ze in de praktijk het beste met de richtlijn kunnen omgaan. En leidt deze richtlijn wel tot administratieve lastenverlichting?
Wilma van Hoeflaken

‘De richtlijn moet leiden tot een administratieve lastenverlichting’, stelt Yvonne Heerkens, werkzaam bij het Nederlands Paramedisch Instituut en voorzitter van de werkgroep richtlijn Dossiervorming. ‘Dat was in de werkgroep bij de herziening van de richtlijn het uitgangspunt. Het aantal basisgegevens is bijvoorbeeld flink gereduceerd, van 86 naar 51, dus logopedisten hoeven minder informatie verplicht vast te leggen.’ Heerkens kan zich echter wel voorstellen dat logopedisten de nieuwe richtlijn in eerste instantie als een taakverzwaring zien. ‘Je moet anders werken. Dat kun je als verzwaring ervaren. Dat is in het begin wennen.’

Evalueren behandeldoel

Caroline Nouwels beaamt dat. Nouwels, die een logopediepraktijk met vijf locaties in het oosten des lands heeft, geeft als trainer workshops over de richtlijn Dossiervorming. ‘Ik merk in de praktijk dat collega’s bepaalde punten moeilijk vinden. Bijvoorbeeld het evalueren van het behandeldoel in maximaal zes maanden. Dan kom je soms niet goed uit met de termijn van herhaaltesten.’ Logopedisten weten goed wat ze doen, welk doel