Met een prevalentie van ongeveer 2 op de 1000 levendgeborenen is CP de meest voorkomende diagnosegroep binnen de kinderrevalidatie. CP kent veel verschillende neurologische oorzaken, hierdoor verschillen de uitingsvormen en de aanverwante problemen die kinderen in hun dagelijks functioneren ondervinden aanzienlijk. Het is vooral de ernst van, en de hoeveelheid aanverwante problemen (onder andere cognitie, gedrag, epilepsie en communicatie) die het dagelijks functioneren van het kind bepalen. Communicatieproblemen komen bij ongeveer 50% van de ambulante kinderen met CP voor, en loopt op tot 100% bij niet ambulante kinderen. Een belangrijk onderdeel van functionele communicatie is de rol van zender en ontvanger, hierbij is de taalbegripsontwikkeling een belangrijke factor. De invloed van CP-gerelateerde factoren op de taalbegripsontwikkeling, zoals de ernst van de motorische beperkingen en het cognitief functioneren, zijn al vaak onderzocht bij kinderen met CP. Maar de factoren die bij zich normaal ontwikkelende kinderen bijdragen aan de taalbegripsontwikkeling (bijvoorbeeld talige activiteiten, zoals voorlezen en het vermogen om zelf verhalen