Het symposium werd bezocht door ongeveer 500 deelnemers. Naast logopedisten waren er onder meer leerkrachten, intern begeleiders, ambulant begeleiders, orthopedagogen/psychologen en wetenschappers aanwezig. Na een plenair programma volgden de deelnemers in vier keuzerondes een selectie uit een groot aantal (wetenschappelijke) lezingen en praktijkgerichte workshops. De dagvoorzitters Juliane Cuperus (klinisch neuropsycholoog bij Kentalis Eindhoven) en Bart Willemsen (adjunct-directeur De Taalbrug) heetten de aanwezigen van harte welkom. Zij benadrukten het belang van het verkrijgen van bewijs voor effectieve interventies en benoemden dat dit symposium wil bijdragen aan het leveren van zo goed mogelijke zorg aan kinderen met een TOS.
Plenaire lezing ‘Een kind heeft een -taalstoornis als er geen sprake is van ….’
De grenzen van SLI
Dr. Jan de Jong, linguïst en universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam
De Jong benadrukte het belang van eenduidige terminologie: een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS) is nog steeds een onderbelichte stoornis, ondanks de hoge prevalentie ervan. Er is minder onderzoeksgeld beschikbaar voor taalontwikkelingsstoornissen