Wat is, bijvoorbeeld, de onderliggende, biologische oorzaak van lees- en taalproblemen? Eising et al, waaronder ik zelf (2022), analyseerden het hele genetisch profiel van maar liefst 34.000 deelnemers bij wie vijf lees- en taalvaardigheden waren getest: voorlezen van woorden of non-woorden, spelling, foneembewustzijn, voorgesproken non-woorden herhalen. In zo’n enorm grote steekproef kunnen de bijdragen van enkele miljoenen, veel voorkomende DNA-varianten worden onderzocht. Wat bleek? De vijf lees- en taalgerelateerde vaardigheden waren op genetisch niveau sterk verwant. Verder bleken er overlappingen met algemene cognitieve vaardigheden, maar het verband met non-verbaal IQ was laag. Ten slotte kon een link met de linker superieure temporale sulcus worden gelegd. Dit hersengebied is (samen met andere gebieden) heel belangrijk bij de verwerking van gesproken en geschreven taal. Simon Fisher (Max Planck Instituut, Nijmegen) concludeert: ‘De biologie van lees- en taalgerelateerde vaardigheden is zeer complex. Om deze vaardigheden te ontwikkelen, zijn blootstelling aan taal en