Log in
Over het verloop van de typische taalbegrips­ontwikkeling is al veel bekend. Volgens Vygottsky’s ontwikkelingstheorie is vooral de interactie van het kind met zijn omgeving belangrijk voor de ontwikkeling van meer complexe taal en com­municatieve vaardigheden.1 Kinderen met een cerebrale parese (CP) ervaren meer beperkingen en minder mogelijkheden voor deze interactie o.a. door de moto­rische beperkingen die de diagnose CP karakteriseren.
Joke Geytenbeek

Onderzoek naar receptieve taal en de ontwikkeling ervan bij kinderen met CP is schaars, vooral omdat het betrouwbaar kunnen testen van kinderen met (ernstige) motorische beperkingen voorheen een uitdaging was.2 Met de ontwikkeling van de Computer-Based Instru­ment for Low Motor Language Testing de C-BiLLT kwam een directe, d.w.z. prestatiegerichte, en gestandaardi­seerde beoordeling van taalbegrip ook beschikbaar voor kinderen met de meest ernstige motorische beperkingen.3 In het CP-CaLL-project, een longitudinaal onderzoek, werd de taalbegripsontwikkeling bij 188 kin­deren met CP van alle GMFCS-niveaus (van zelfstandig kunnen lopen, spreken tot en met niet kunnen spreken en lopen en volledig afhankelijk zijn van je omgeving) met behulp van de C-BiLLT drie jaar lang gevolgd. De resultaten lieten zien dat kinderen ondanks hun moto­rische beperkingen dezelfde ontwikkelingscurve volgen als de normgroep, maar wel met een significant lagere score. De ontwikkelingscurve van CP kinderen was onder de percentiel 16 van de normgroep. Als