De lezing van Margot Visser-Bochane ging over de signalering van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) in het verleden, het heden en de toekomst. Er wordt al bijna 200 jaar onderzoek gedaan naar de spraaktaalontwikkeling. Vanaf 1822 wordt TOS al beschreven in de literatuur, toen als ‘Congenital Aphasia’. Sindsdien is TOS op veel verschillende manieren gedefinieerd.
Voor de signalering van TOS in Nederland worden effectstudies gedaan vanuit de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht en worden er informatiecampagnes gevoerd. Vanuit de Hanzehogeschool/RUG liep er tussen 2012 en 2016 liep er een prospectieve cohortstudie om een richtlijn voor uniforme signalering te ontwerpen. Daarnaast liep er een crosssectionele studie naar de Handreiking consultatiebureau welke gebruikt wordt bij tweejarige kinderen. Bij deze Handreiking wordt er door de consultatiebureauarts een score van 0 tot 4 toegekend aan de (moeder)taalontwikkeling van een kind. Een score van 4 betekent voldoende, in alle andere gevallen wordt er verwezen naar specialistische zorg. Vervolgens wordt er aan ouders gevraagd hoe adequaat er wordt gesignaleerd. Voor de cohortstudie zijn 124