Log in
Er doen nogal wat broodje-aapverhalen de ronde als het gaat om de vrijwillige kwaliteitstoets. Wat is waar en wat niet? Logopedist Irma Wopereis, die ook als auditor werkt, legt uit.
Redactie

Het wordt door veel logopedisten gezien als een enorme administratieve last: de kwaliteitstoets. Het zou zwaar zijn om de toets te halen, er wordt alleen maar gekeken of de vinkjes in de dossiers goed staan en je moet alle richtlijnen uit je hoofd kennen. Dat is niet het geval, zegt logopedist Irma Wopereis, die ook als auditor werkt. ‘Er zijn veel vooroordelen rondom de toets die niet kloppen. Ik ben een voorstander van deze audit. Willen we ons als beroepsgroep staande houden en onbeperkt in de basisverzekering blijven zitten – dat is een voorrecht dat collega’s nog weleens vergeten – dan hoort daar bij dat we transparant zijn en laten zien waarmee we bezig zijn. Dat is een basiseis. Iedere zorgverlener moet nu eenmaal een dossier bijhouden van zijn patiënt of cliënt.’

Er doen volgens Wopereis de nodige broodje-aapverhalen de ronde over de kwaliteitstoets. ‘Auditoren zouden bij wijze van spreken met de vingers over de plinten