‘In dat woord zitten verschillende klemtonen. Als ik het lees, zou ik niet weten hoe ik het uit moet spreken. Dan hoor ik het iemand zeggen en denk ik ‘oh ja’. Maar bij mij klinkt het toch anders of ik hoor dat het me niet lukt.’
Mensen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) ervaren hun beperking niet allemaal hetzelfde, legt Meike uit. ‘De meesten hebben moeite met schrijven met goede grammatica. Daar ben ik zelf altijd goed in geweest, met verleden en tegenwoordige tijd en al die regeltjes. Ik heb moeite met lidwoorden en verwijswoorden. Ook is mijn woordenschat beperkt. Ik weet veel woorden niet of ik kom er niet op. Ook het begrijpen van taalinstructies is moeilijk. Dan vind ik het lastig om de kern te bepalen.’
Met deuren slaan
Meikes ouders hadden al vroeg in de gaten dat Meikes ontwikkeling anders verloopt dan bij leeftijdsgenootjes. ‘Het was niet alleen het praten, maar ook het gedrag’, vertelt Wilma, de